8.7.1 Adequate opvang
Als de IND het voornemen heeft om de asielaanvraag van een amv af te wijzen, zal er ambtshalve getoetst moeten worden of de amv in aanmerking komt voor een verblijfsvergunning op grond van het bijzondere buitenschuldbeleid voor amv.[11] Als vaststaat dat er geen adequate opvang beschikbaar is voor de amv bij terugkeer naar het land van herkomst, kan een verblijfsvergunning buitenschuld worden verleend. In Informatiebericht 2023/41[12] heeft de IND uiteengezet op welke wijze er wordt vastgesteld of er sprake is van adequate opvang.
Adequate opvang kan bestaan uit algemene opvangvoorzieningen of uit de aanwezigheid van ouders of verzorgers in het land van herkomst. In het landgebonden beleid is voor verschillende landen opgenomen of er in het betreffende land algemene opvangvoorzieningen beschikbaar en/of toereikend zijn. Voor de aanwezigheid van ouders of verzorgers in het land van herkomst wordt gekeken naar de verklaringen die de amv daarover heeft afgelegd in de gehoren.
Bespreek met de amv of hij nog contact heeft met de ouders en/of verzorgers die in het land van herkomst aanwezig zouden zijn. Zo lang niet vaststaat dat er adequate opvang beschikbaar is in het land van herkomst, zal er geen terugkeerbesluit aan de amv opgelegd kunnen worden.
TQ-Arrest HvJ van 14 januari 2021 en adequate opvang
Op grond van het TQ-arrest van het Hof van Justitie van 14 januari 2021[13] en de daaropvolgende uitspraak van de ABRvS van 8 juni 2022[14] is vast komen te staan dat de IND in voorkomende gevallen de asielaanvraag van een amv mag afwijzen, maar in de beschikking nog geen terugkeerbesluit hoeft op te leggen zo lang het onderzoek naar adequate opvang niet is afgerond. Het uitgangspunt is wel dat het onderzoek naar adequate opvang zo veel mogelijk binnen de asielprocedure moet worden afgerond. Als de IND aankondigt dat het onderzoek wordt voortgezet na de afwijzing van de asielaanvraag, moet ze toelichten welke stappen er al zijn gezet in het onderzoek en welke stappen er nog moeten worden gezet. Ook moet ze vermelden hoe lang het onderzoek nog in beslag zal nemen. Als er in beroep wordt gegaan tegen een afwijzende beschikking, moet ook hierop worden ingegaan.
Als de IND in de afwijzing van de asielaanvraag concludeert dat er adequate opvang aanwezig is, moet je met de amv en de jeugdbeschermer bespreken welke argumenten je daartegen kunt aandragen. Als er al langere tijd geen contact is met de ouders, die worden aangemerkt als adequate opvang, maak dit dan bekend bij de IND.
In de uitspraak van de ABRvS van 8 juni 2022 is opgenomen dat de IND de beoordeling of de amv moet terugkeren, niet mag uitstellen tot meerderjarigheid. Op het moment dat de amv gedurende de procedure meerderjarig is geworden, ontslaat dit de IND om te motiveren op welke wijze er tot aan de 18e verjaardag van de amv onderzoek is gedaan naar adequate opvang en om te onderbouwen dat er sprake is geweest van een voortvarend onderzoek.
-
Proces
- 1. De asielprocedure uitgelegd
- 2. De Dublinprocedure
- 3. Opvolgende aanvraag
- 3.1 De intake
- 3.2 Model M35-O invullen
- 3.3 Indienen opvolgende asielaanvraag
- 3.4 Voorbereiding op het gehoor opvolgende aanvraag
- 3.5 Nabespreking van het gehoor opvolgende aanvraag
- 3.6 Reactie naar de IND
- 3.7 Gevolgen indiening opvolgende aanvraag
- 3.8 Beschikking en rechtsmiddelen
- 3.9 Nazorg
- 3.10 Doen - Niet doen
- 4. Beroep en vovo
- 5. Hoger beroep en vovo
- 6. Internationale rechtsmiddelen
- 6.1 Hof van Justitie van de Europese Unie
- 6.2 Jurisprudentieonderzoek
- 6.3 Opstellen van prejudiciële vragen
- 6.4 Verloop van de procedure bij het HvJEU
- 6.5 Uitspraak van het HvJEU
- 6.6 Europees Hof voor de Rechten van de Mens
- 6.6.1 Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM)
- 6.6.2 Analyse ontvankelijkheid
- 6.6.3 Start procedure
- 6.6.4 Opstellen feitenrelaas
- 6.6.5 Opstellen toelichting schendingen
- 6.6.6 Uitputting nationale rechtsmiddelen
- 6.6.7 Checklist formele vereisten
- 6.6.8 Bespreken proces met cliënt
- 6.6.9 Contact met procespartijen
- 6.6.10 Opstellen friendly settlement
- 6.6.11 Repliek-dupliek
- 6.6.12 Uitspraak
- 6.7 VN-comités
- 6.8 Doen - Niet doen
-
Thema's
- 7. 1F Vluchtelingenverdrag
- 7.1 Dossieranalyse 1F indicaties
- 7.2 Afspraak cliënt
- 7.3 Verwijzing naar 1F-unit
- 7.4 Voornemen artikel 1F
- 7.5 Beschikking en rechtsmiddelen
- 7.6 Hoger beroep
- 7.7 Artikel 1F vs artikel 3 EVRM na rechtsmiddelen
- 7.8 Europees inreisverbod
- 7.9 Ongewenstverklaring
- 7.10 Opvolgende aanvraag
- 7.11 Doen - Niet doen
- 8. De alleenstaande minderjarige
- 9. Medische aspecten in asiel
- 10. Gezinshereniging: nareis en artikel 8 EVRM
- 11. Mensenhandel en uitbuiting
- 12. Buitenschuldvergunning
- 13. Bronnen onderbouwen asielrelaas
- 13.1 Categorieën bronnen
- 13.2 Landeninformatie
- 13.3 Medische documentatie
- 13.4 Verklaringen van derden
- 13.5 Contacten met organisaties
- 13.6 Beleidstukken
- 13.7 Jurisprudentie
- 13.8 Gebruik van inhoudelijke bronnen
- 13.9 Onderzoek KMar en Bureau Documenten
- 13.10 Taalanalyse
- 13.11 Gebruik van juridische bronnen
- 13.12 Nieuwsbrieven
- 13.13 Doen - Niet doen
- 14. Verkrijgen en behoud van de verblijfsvergunning asiel
- 15. Terugkeerbesluit, vreemdelingenbewaring en vertrek
- 16. Moratoria en Richtlijn Tijdelijke Bescherming
- 17. Overschrijden termijnen, dwangsom en verjaring
- 18. Tolken en vertaling
- 19. Second opinion
- 20. Opvang COA
- 21. Klachten
- 21.1 Een klacht indienen
- 21.2 Klacht tegen een andere advocaat
- 21.3 Redenen om een klacht in te dienen
- 21.4 Klachtprocedure bij een bestuursorgaan
- 21.5 Klachtwaardig gedrag van tolken
- 21.6 Procesverloop klacht
- 21.7 Klachtprocedure bij de Nationale ombudsman
- 21.8 Zelf een klacht krijgen
- 21.9 Doen - Niet doen
- 7. 1F Vluchtelingenverdrag
- 22. Totaaloverzicht Doen - Niet Doen