6.6.2 Analyse ontvankelijkheid
Ten eerste moet je het verzoekschriftformulier op de juiste wijze invullen. Dit is beschreven in Rule 47 van de Rules of Court.[13] Zo moet het formulier een originele (‘natte’) handtekening van de verzoeker bevatten. Als je cliënt dreigt te worden uitgezet en je wilt namens hem een klacht bij het EHRM instellen, is het dus belangrijk om je cliënt het formulier vóór de uitzetting te laten ondertekenen. Voor een voorlopig uitzettingsverbod (‘interim measures’) gelden iets andere regels die hieronder worden beschreven.
Je mag het verzoekschriftformulier eventueel in het Nederlands invullen. Pas nadat het EHRM de zaak ontvankelijk heeft verklaard en heeft gecommuniceerd aan de betreffende lidstaat, dient alle communicatie met het EHRM in de officiële talen (Engels of Frans) plaats te vinden. Verder dien je alle relevante processtukken, zoals gehoren, beroepsgronden en uitspraken bij het verzoekschriftformulier te voegen, op volgorde van datum en met paginanummers. Ook hierbij gelden specifieke eisen die zijn neergelegd in de Rules of Court. Bezoek de website van het EHRM voor meer informatie over hoe je het verzoekschriftformulier op de juiste wijze invult.[14] Het is daarnaast toegestaan om, in aanvulling op het verzoekschriftformulier, maximaal twintig extra pagina’s bij het formulier te voegen om de klacht verder toe te lichten en uit te diepen. Let op dat het klachtformulier in ieder geval een samenvatting van de relevante feiten en schendingen bevat.
Ontvankelijkheidseisen voor een verzoek bij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (art. 34 en 35 EVRM)
- De effectieve rechtsmiddelen op nationaal niveau zijn uitgeput.
- De gestelde schending van het EVRM-artikel in de nationale procedure is materieel aan de orde gesteld.
- Het verzoekschrift is binnen 4 maanden na de uitspraak van de hoogste rechter naar het EHRM gestuurd, althans 4 maanden na de handeling tot uitzetting.
Naast de eisen van het verzoekschriftformulier, hanteert het EHRM een aantal ontvankelijkheidseisen. Deze zijn beschreven in artikel 34 en 35 van het EVRM en toegelicht in de ‘Practical Guide on Admissibility Criteria’.[15] Ten eerste moet je cliënt de effectieve rechtsmiddelen op nationaal niveau hebben uitgeput. Ook moet de gestelde schending van het EVRM-artikel in de nationale procedure materieel aan de orde zijn gesteld (dus benoeming van de artikelen uit het EHRM in de nationale procedure is niet strikt noodzakelijk). Een verzoekschrift is niet-ontvankelijk als op voorhand al duidelijk is dat geen sprake is van een schending. Bovendien moet je een verzoekschrift binnen vier maanden na de uitspraak van de hoogste rechter die de mogelijke schending had kunnen beoordelen naar het EHRM sturen, althans vier maanden na de handeling tot uitzetting. Het verzoek moet dus aan strenge eisen voldoen.
Eventueel kun je voorafgaand aan of bij het verzoekschrift ook om een interim measure (voorlopige voorziening) bij het EHRM vragen, om uitzetting van je cliënt tijdens de behandeling van het verzoek te voorkomen. Dit is bepaald in Rule 39 van de Rules of Court.[16] Een dergelijk verzoek moet je zo snel mogelijk na de uitspraak indienen en uiterlijk één werkdag voordat je cliënt dreigt te worden uitgezet. Het verzoek kan per post, fax of via de speciale EHRM ‘Rule 39 site’ worden ingediend.[17] Je moet bij een dergelijk verzoek aanvoeren waarom de uitzetting een ‘imminent risk of irreparable damage’ van lijf of leden zou opleveren.[18] Ook moet je in ieder geval de beslissingen en uitspraken meesturen. Daarbij moet je een datum en tijd aangeven waarop je cliënt zal worden uitgezet. In de regel worden interim measures enkel verstrekt in artikel 3 EVRM zaken opdat het Hof de gelegenheid heeft om zich over de bodem (de klacht) te buigen. Mocht je een ‘interim measure’ toegewezen krijgen, dan is het zaak om met voortvarendheid vervolgens een volledige klacht in te dienen waarbij alsnog de handtekening van je cliënt kan worden verkregen.
-
Proces
- 1. De asielprocedure uitgelegd
- 2. De Dublinprocedure
- 3. Opvolgende aanvraag
- 3.1 De intake
- 3.2 Model M35-O invullen
- 3.3 Indienen opvolgende asielaanvraag
- 3.4 Voorbereiding op het gehoor opvolgende aanvraag
- 3.5 Nabespreking van het gehoor opvolgende aanvraag
- 3.6 Reactie naar de IND
- 3.7 Gevolgen indiening opvolgende aanvraag
- 3.8 Beschikking en rechtsmiddelen
- 3.9 Nazorg
- 3.10 Doen - Niet doen
- 4. Beroep en vovo
- 5. Hoger beroep en vovo
- 6. Internationale rechtsmiddelen
- 6.1 Hof van Justitie van de Europese Unie
- 6.2 Jurisprudentieonderzoek
- 6.3 Opstellen van prejudiciële vragen
- 6.4 Verloop van de procedure bij het HvJEU
- 6.5 Uitspraak van het HvJEU
- 6.6 Europees Hof voor de Rechten van de Mens
- 6.6.1 Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM)
- 6.6.2 Analyse ontvankelijkheid
- 6.6.3 Start procedure
- 6.6.4 Opstellen feitenrelaas
- 6.6.5 Opstellen toelichting schendingen
- 6.6.6 Uitputting nationale rechtsmiddelen
- 6.6.7 Checklist formele vereisten
- 6.6.8 Bespreken proces met cliënt
- 6.6.9 Contact met procespartijen
- 6.6.10 Opstellen friendly settlement
- 6.6.11 Repliek-dupliek
- 6.6.12 Uitspraak
- 6.7 VN-comités
- 6.8 Doen - Niet doen
-
Thema's
- 7. 1F Vluchtelingenverdrag
- 7.1 Dossieranalyse 1F indicaties
- 7.2 Afspraak cliënt
- 7.3 Verwijzing naar 1F-unit
- 7.4 Voornemen artikel 1F
- 7.5 Beschikking en rechtsmiddelen
- 7.6 Hoger beroep
- 7.7 Artikel 1F vs artikel 3 EVRM na rechtsmiddelen
- 7.8 Europees inreisverbod
- 7.9 Ongewenstverklaring
- 7.10 Opvolgende aanvraag
- 7.11 Doen - Niet doen
- 8. De alleenstaande minderjarige
- 9. Medische aspecten in asiel
- 10. Gezinshereniging: nareis en artikel 8 EVRM
- 11. Mensenhandel en uitbuiting
- 12. Buitenschuldvergunning
- 13. Bronnen onderbouwen asielrelaas
- 13.1 Categorieën bronnen
- 13.2 Landeninformatie
- 13.3 Medische documentatie
- 13.4 Verklaringen van derden
- 13.5 Contacten met organisaties
- 13.6 Beleidstukken
- 13.7 Jurisprudentie
- 13.8 Gebruik van inhoudelijke bronnen
- 13.9 Onderzoek KMar en Bureau Documenten
- 13.10 Taalanalyse
- 13.11 Gebruik van juridische bronnen
- 13.12 Nieuwsbrieven
- 13.13 Doen - Niet doen
- 14. Verkrijgen en behoud van de verblijfsvergunning asiel
- 15. Terugkeerbesluit, vreemdelingenbewaring en vertrek
- 16. Moratoria en Richtlijn Tijdelijke Bescherming
- 17. Overschrijden termijnen, dwangsom en verjaring
- 18. Tolken en vertaling
- 19. Second opinion
- 20. Opvang COA
- 21. Klachten
- 21.1 Een klacht indienen
- 21.2 Klacht tegen een andere advocaat
- 21.3 Redenen om een klacht in te dienen
- 21.4 Klachtprocedure bij een bestuursorgaan
- 21.5 Klachtwaardig gedrag van tolken
- 21.6 Procesverloop klacht
- 21.7 Klachtprocedure bij de Nationale ombudsman
- 21.8 Zelf een klacht krijgen
- 21.9 Doen - Niet doen
- 7. 1F Vluchtelingenverdrag
- 22. Totaaloverzicht Doen - Niet Doen