20.3 Rechten en plichten

Cliënt heeft tijdens zijn verblijf in het AZC recht op verstrekkingen en staat in de Regeling verstrekkingen asielzoekers en andere categorieën vreemdelingen (Rva) zoals geld voor eten en verzorging. Op welke wijze (geld of natura) deze verstrekkingen worden uitgekeerd hangt af van het type asielprocedure en het type opvang.

Voor bepaalde vreemdelingen bestaat er naast de Rva nog een Regeling verstrekking bepaalde categorieën vreemdelingen (Rvb), zoals slachtoffers van mensenhandel of nareizende gezinsleden. Ook de Rvb wordt uitgevoerd door het COA.

Tot slot heeft je cliënt recht op medische voorzieningen.

Tijdens zijn verblijf in de opvang is je cliënt verplicht om zich elke week te melden bij het COA (zie art. 19 Rva). Doet hij dit twee weken na elkaar niet dan zal hij worden uitgeschreven en MOB (Met Onbekende Bestemming) worden gemeld door COA die dit ook meldt bij de IND, waarna het recht op opvang eindigt.[5]

Je cliënt is overigens niet verplicht om in de opvang van het COA te verblijven. Het is een recht, maar geen plicht. Als je cliënt in een eigen woning, bij een familielid of vriend in Nederland wil verblijven, dan is dat ook mogelijk. Zorg in dat geval dat het verblijfsadres wordt doorgegeven aan het COA. Vaak wordt er dan een ‘administratieve plaatsing’ geregeld ex art. 13 lid 2 Rva.

Je cliënt moet zich houden aan de wekelijkse meldplicht op een AZC om zijn recht op weekgeld en medische zorg te behouden. Dit regelt het COA rechtstreeks met je cliënt; betrokkenheid van jou hierbij is meestal niet nodig.

Meer handige informatie over opvang en COA is te vinden op: