Ga naar de inhoud
Best Practices Leidraad voor asieladvocaten

22. Totaaloverzicht Doen - Niet Doen

In dit hoofdstuk treft u het totaaloverzicht aan van de paragrafen Doen-Niet doen, zoals opgenomen aan het einde van de meeste hoofdstukken. Uiteraard zijn de opsommingen van wat je doet en wat niet hier bedoeld als een praktisch overzicht. Het dient natuurlijk wel in context van de tekst van het betreffende hoofdstuk te worden gezien en gelezen. De teksten bieden immers het toelichtende kader waarom dat leidt tot een doen of niet doen. Het overzicht wordt als één geheel aangeboden met wel steeds de titel van het hoofdstuk.

1. De asielprocedure uitgelegd - Doen

  • Bevestig schriftelijk aan je cliënt als je deze bijstaat op betalende basis.
  • Nodig je cliënt uit voor een gesprek zodra je gekoppeld bent aan je cliënt (door RvR of via machtiging).
  • Deel je alle processtukken met je cliënt gedurende de hele procedure.
  • Maak bij gezinnen ruimte om de man en vrouw apart te spreken.
  • Leg je rol als advocaat en de rol van de tolk uit.
  • Inventariseer of er sprake is van lichamelijke, geestelijke of psychosociale bijzonderheden bij je cliënt en geef deze door aan de IND.
  • Bespreek het aanmeldgehoor zo snel mogelijk nadat dit beschikbaar is.
  • Bespreek alle documenten die je cliënt naar het gesprek meeneemt je met hem en laat deze vertalen indien nodig.
  • Bespreek het asielrelaas bij het eerste gesprek. Mocht er onvoldoende tijd zijn voor het volledig doornemen, dan plan je een nieuw gesprek in.
  • Geef je cliënt uitleg over de procedure en maak een reële inschatting van de kans van slagen.
  • Spreek af hoe je verder communiceert met je cliënt.
  • Wijs cliënt op het belang van onderbouwing van het asielrelaas en ga actief op zoek naar onderbouwing.
  • Bereid je cliënt inhoudelijk en procedureel voor op het nader gehoor.
  • Lees als voorbereiding op de nabespreking van het gehoor het rapport door en maak een analyse van wat aangevuld moet worden.
  • Check beleid, landenformatie en jurisprudentie voor de nabespreking.
  • Controleer je de omzetting van data bij nationaliteiten met eDoeen afwijkende jaartelling.
  • Stel correcties en aanvullingen op en geef een kopie hiervan aan je cliënt.
  • Je motiveert, waar mogelijk, waarom een correctie of aanvulling nodig is
  • Bespreek het eerste deel van het gehoor na als je cliënt aanvullend wordt gehoord en bereid hem voor op het aanvullend gehoor.
  • Bespreek de argumenten in het voornemen van de IND met je cliënt.
  • Maak een analyse van het voornemen voorafgaand aan het gesprek.
  • Stel een zienswijze op waarin je op zo veel mogelijk argumenten van de IND ingaat.
  • Informeer je cliënt zo snel mogelijk over de beslissing.
  • Controleer bij een inwilliging de personalia van cliënt en de ingangsdatum van de verblijfsvergunning.
  • Wijs je cliënt op zijn rechten en plichten na de inwilliging.
  • Informeer je cliënt bij een afwijzing over de motivering.
  • Informeer je cliënt tijdig of je in beroep gaat.
  • Wijs op de mogelijkheid van een second opinion als je niet in beroep gaat.

1. De asielprocedure uitgelegd - Niet doen

  • Vraag geen vergoeding voor je werkzaamheden aan je cliënt als je hem op toevoegbasis bijstaat.
  • Beperk je bij de nabespreking van het gehoor niet tot een samenvatting van de verklaringen.

2. De Dublinprocedure - Doen

  • Ga met je cliënt na of één van de rangordecriteria voor overname of terugname van toepassing is.
  • Check informatie in het claimakkoord met cliënt.
  • Check of de IND de termijnen uit de Dv op juiste wijze heeft nageleefd.
  • Bespreek of je cliënt bezwaren heeft tegen overdracht aan de verantwoordelijke lidstaat.
  • Bespreek of je cliënt rechtsmiddelen wil aanwenden bij Dublinbeschikking en daarbij de consequenties van een toegewezen vovo voor de overdrachtstermijn.
  • Bespreek de consequenties van het wel of niet meewerken aan de overdracht en de gevolgen daarvan met je cliënt.

2. De Dublinprocedure - Niet doen

  • Vraag geen vovo aan zonder overleg met je cliënt.
  • Dien geen beroep en vovo in omdat je cliënt daarop aandringt, terwijl je dat vanuit jouw rol en afweging als advocaat niet kan doen.

3. Opvolgende aanvraag - Doen

  • Bespreek de haalbaarheid van de opvolgende aanvraag met je cliënt. Betrek daarbij ook de gevolgen zoals inreisverbod en bewaring.
  • Lever een zo volledig mogelijk gevuld M35-O in, voorzien van een toelichtende brief.
  • Als voldaan is aan de voorwaarden voor bestuurlijke herziening, verzoek je dit ook.
  • Leg aan je cliënt de aanmeldingsprocedure in AC Ter Apel uit.
  • Bereid je cliënt goed voor op het gehoor opvolgende asielaanvraag.

4. Beroep en Vovo - Doen

  • Maak duidelijke afspraken met je cliënt.
  • Documenteer je afspraken en sla je aantekeningen op in het dossier.
  • Betrek je cliënt in alle stappen van het proces en stuur je cliënt de kopieën van alle processtukken.
  • Zorg op tijd voor de juiste handelingen.
  • Zorg er voor dat tijdig aan alle formele vereisten van het beroep en/ of het verzoek wordt voldaan.
  • Draag zorg voor heldere en gestructureerde gronden.
  • Communiceer duidelijk (ook met de rechtbank).
  • Bereid jezelf en cliënt goed voor op de zitting.
  • Reserveer -indien nodig- een tolk voor de zitting.

5. Hoger beroep en vovo - Doen

  • Hanteer bij het opstellen van het hoger beroepschrift een systematische aanpak waarbij je voor elke grief telkens duidelijk verwijst naar de specifieke overwegingen in de uitspraak die je bestrijdt en naar de gronden die in beroep reeds zijn aangevoerd, alvorens de grief toe te lichten.

6. Internationale rechtsmiddelen - Doen

  • Onderzoek tijdig de mogelijkheden om een procedure te starten bij een internationale instantie. Doe in de nationale procedure al een beroep op de relevante internationale verdragen of verzoek de rechter om vragen te stellen aan het HvJEU.
  • Beoordeel of je klacht kan voldoen aan de ontvankelijkheidseisen van de betreffende internationale instantie.
  • Zorg ervoor dat je cliënt het machtigingsformulier ondertekend heeft in het geval van een procedure bij het EHRM.
  • Bespreek de mogelijkheden om een internationale procedure te starten altijd eerst met je cliënt. Internationaal procederen is niet altijd in zijn belang, omdat het lang duurt en dus veel geduld vergt.
  • Check de website van de betreffende internationale instantie voor de meest actuele informatie.
  • Vraag advies aan collega’s die ervaring hebben met internationaal procederen.

6. Internationale rechtsmiddelen - Niet doen

  • Begin niet te laat met het opstellen van een klacht voor een internationale instantie.
  • Doe geen aannames over de formele vereisten bij internationale instanties, maar controleer de regels, aangezien die wezenlijk verschillen van de nationale regels.

7. Vluchtelingenverdrag - Doen

  • Leg uit aan de cliënt wat artikel 1F Vv inhoudt.
  • Leg uit dat de bewijslast bij toepassing van artikel 1F op de IND rust.
  • Leg uit wat de bewijslast ‘ernstige redenen’ inhoudt en dat de IND niet hoeft te bewijzen dat de cliënt een 1F misdrijf heeft begaan.
  • Bespreek de gevolgen van de in rechte vastgestelde beoordeling 1F voor je cliënt.
  • Leg uit wat de vrijwaringsgronden inhouden.
  • Bereid je cliënt voor op het 1F-gehoor.
  • Woon altijd het aanvullend 1F-gehoor bij als advocaat.
  • Bespreek het rapport van het 1F-gehoor na.
  • Onderzoek de bronnen die de IND heeft aangehaald

7. Vluchtelingenverdrag - Niet doen

  • Laat nooit delen van het voornemen of de beschikking onbesproken in de zienswijze of het die te maken hebben met 1F en waartegen argumenten zijn aan te voeren.

8. De alleenstaande minderjarige - Doen

  • Zorg voor een goede en open communicatie met de jeugdbeschermer en betrek deze bij alle stappen in de procedure.
  • Zorg voor een goede en open communicatie met Nidos.
  • Communiceer met de amv op een voor de amv begrijpelijke wijze, rekening houdend met de leeftijd, opleiding en, (culturele) achtergrond.
  • Informeer je cliënt over het belang van het aanleveren van authentieke identificerende, of in ieder geval indicatieve, documenten om de leeftijd te onderbouwen.
  • Doe een beroep op het voordeel van de twijfel als er ten onrechte tot meerderjarigheid wordt geconcludeerd, met behulp van de informatie die je cliënt heeft verzameld en de afgelegde verklaringen.
  • Neem een actieve houding aan in het verzamelen van relevante informatie als de amv niet in staat is om (alle) informatie aan te leveren.
  • Wees alert, zeker bij het Dublinproces, op het belang van het kind en adequate opvang en in hoeverre daar gedegen onderzoek naar is gedaan door de IND.
  • Bespreek met de amv of er bijzonderheden zijn die belangrijk zijn voor het onderzoek naar adequate opvang en communiceer deze bijzonderheden met de IND.
  • Zorg dat je weet wat je cliënt wil/wat in zijn belang is in relatie tot aanwezige gezins-of familieleden in het land van herkomst of elders (ook evt. in Europa).
  • Sta in beroep tegen een afwijzing van de asielaanvraag ook stil bij de stappen die zijn gezet in het onderzoek naar adequate opvang en welke termijn de IND heeft gesteld voor het afronden van het onderzoek.
  • Dien beroep niet-tijdig in als het onderzoek naar adequate opvang niet voortvarend wordt opgepakt t.b.v. een mogelijke buitenschuldvergunning.

8. De alleenstaande minderjarige - Niet doen

  • Beperk je in de correcties en aanvullingen niet tot opmerkingen over de tekst van het gehoor, maar besteed ook aandacht aan de wijze waarop het gehoor is afgenomen en of dit leeftijdsconform was.
  • Leun niet achterover als er onderzoek naar adequate opvang moet worden uitgevoerd, pak hierin een actieve rol.
  • Doe geen beroep op het belang van het kind in te algemene termen, maar onderbouw dit beroep zorgvuldig en met het noemen van factoren die in het individuele geval spelen.

9. Medische aspecten in asiel - Doen

  • Breng de medische klachten van je cliënt in een zo vroeg mogelijk stadium in kaart en communiceer deze met de IND.
  • Laat je cliënt de nodige toestemmingsformulieren ondertekenen om medische informatie op te kunnen vragen bij GZA, MediFirst of andere medische instanties.
  • Lees het medisch advies van MediFirst kritisch door en vraag, zo nodig, de achterliggende informatie tijdig op.
  • Vraag de IND om een nieuw medisch advies op te vragen bij MediFirst als hier aanleiding toe bestaat.
  • Breng restletsel bij je cliënt zo snel mogelijk in kaart en breng dit onder de aandacht bij de IND door om een FMO te verzoeken.
  • Lees kritisch wat volgens de IND de reden is om geen FMO op te starten en reageer hierop in de zienswijze.
  • Start zo nodig zelf een FMO op door de zaak voor de leggen aan het iMMO. Verzamel in een zo vroeg mogelijk stadium alle dossierstukken die ervoor nodig zijn om dit onderzoek op te starten.
  • Meld in een zo vroeg mogelijk stadium in de procedure bij de IND dat je cliënt onder behandeling staat in Nederland en dat er aanleiding bestaat om te toetsen of er uitstel van vertrek moet worden verleend.
  • Lees het BMA-advies kritisch door en geef het aan als er aanleiding bestaat voor de IND om een nieuw advies op te vragen of vragen te stellen aan het BMA om aan de vergewisplicht te voldoen.

9. Medische aspecten in asiel - Niet doen

  • Wacht niet met het melden van medische klachten van je cliënt totdat je precies weet wat er aan de hand is. Ook slechts het doorgeven van signalen kan aanleiding zijn voor meer aandacht voor zorgvuldigheid in de communicatie met je cliënt.
  • Vraag de medische behandelaren die betrokken zijn bij de behandeling van je cliënt niet om een verklaring, maar om informatie.

10. Gezinshereniging: nareis en artikel 8 EVRM - Doen

  • Communiceer en overleg ook hangende procedures tijdig met de IND, bijvoorbeeld wanneer familieleden problemen ondervinden met de uitreis uit het land van herkomst; de IND zal best vaak bereid zijn de zaak even aan te houden tot het familielid daadwerkelijk kon uitreizen. Zo voorkom je onnodige procedures.

10. Gezinshereniging: nareis en artikel 8 EVRM - Niet doen

  • Het is niet noodzakelijk dat de cliënt al in de asielprocedure alle documenten van zijn familieleden inlevert en door de advocaat laat vertalen. In de asielprocedure dienen primair de documenten te worden ingeleverd ter staving van de identiteit en het asielrelaas van je cliënt zelf.

11. Mensenhandel en uitbuiting - Doen

  • Wees je ervan bewust dat mannen evengoed slachtoffer kunnen zijn van seksuele uitbuiting.
  • Help je cliënt als de politie weigert om een aangifte op te nemen, bijvoorbeeld door de politie hierop te wijzen of in het uiterste geval zelf een schriftelijk aangifte in te dienen.

12. Buitenschuldvergunning - Doen

  • Vraag niet alleen om een paspoort bij de ambassade (veel ambassades mogen geen paspoort afgeven), maar vraag ook om een tijdelijk reisdocument (laissez-passer). Check wat welke ambassade doet of niet kan of wil doen, want niet iedere ambassade heeft dezelfde werkwijze.

13. Bronnen onderbouwen asielrelaas - Doen

  • Informeer je cliënt in een vroeg stadium over het belang van het verzamelen van (identiteits)documenten ter onderbouwing van de asielaanvraag.
  • Raadpleeg voorafgaand aan het eerste gesprek met je cliënt de beschikbare landeninformatie en andere bronnen over de situatie in het land van herkomst.
  • Zorg ervoor dat je op de hoogte bent van het landgebonden beleid voor het land van herkomst van je cliënt.
  • Geef zo snel mogelijk bij de IND aan wanneer er concrete aanknopingspunten voor twijfel zijn aan één of meerdere bronnen.
  • Schakel een contra-expert in waar geïndiceerd en vergeet niet daaraan voorafgaand het verzoek om vergoeding bij het COA in te dienen.
  • Schakel de documentalist of Helpdesk van VluchtelingenWerk in als er concrete landeninformatie nodig is om de asielaanvraag te onderbouwen.
  • Informeer je cliënt over de gevolgen van het weigeren van een taalanalyse.
  • Lees de wekelijkse nieuwsbrieven.

13. Bronnen onderbouwen asielrelaas - Niet doen

  • Stuur na het verkrijgen van landeninformatie via de Helpdesk van VluchtelingenWerk de brief met onderliggende stukken niet blind door naar de IND. Hier kunnen stukken in staan die niet in het voordeel van je cliënt worden uitgelegd.
  • Zorg ervoor dat documenten die je cliënt wil overleggen niet blind worden overgelegd, maar dat je eerst kennisneemt van de inhoud en - voor zover mogelijk - beoordeelt of er mogelijk getwijfeld gaat worden aan de authenticiteit.
  • Verwijs in de procedure niet slechts naar een artikel, bron of uitspraak in het algemeen, maar specificeer zo duidelijk mogelijk op welke passages of overwegingen je een beroep doet.

14. Verkrijgen en behoud van de verblijfsvergunning asiel - Doen

  • Dien bij een voornemen tot intrekking van de verblijfsvergunning een zienswijze in en ga mee naar het intrekkingsgehoor.
  • Adviseer je cliënt om meteen contact op te nemen als hij signalen ontvangt dat zijn verblijfsrecht in NL mogelijk beëindigd wordt.
  • Adviseer je cliënt om in het geval van een intrekkingsprocedure zo veel mogelijk bewijs te verzamelen om de asielaanvraag alsnog of opnieuw te onderbouwen.
  • Informeer je cliënt in het afrondende gesprek of in de afsluitende brief over de rechten en plichten die aan de verleende verblijfsvergunning verbonden zijn, de mogelijkheden om door te procederen en het belang dat om op tijd een vergunning voor onbepaalde tijd aan te vragen. Ook informeer je je cliënt over het inburgeringstraject en de consequenties als dat traject niet tijdig wordt afgerond.

15. Terugkeerbesluit, vreemdelingenbewaring en vertrek - Doen

  • Wijs je cliënt op het risico van vreemdelingenbewaring als hij niet vertrekt binnen de vertrektermijn en niet meewerkt aan (vrijwillig) vertrek.
  • Wordt je cliënt in vreemdelingenbewaring gesteld, verwijs hem dan door naar een gespecialiseerde advocaat wanneer je deze specialisatie niet hebt.

15. Terugkeerbesluit, vreemdelingenbewaring en vertrek - Niet doen

  • Het tkb nemen zoals de IND het heeft opgeschreven; fileer het goed en formuleer hier beroepsgronden tegen.

17. Overschrijden termijnen, dwangsom en verjaring - Doen

  • Verzend de igs per fax (voor zover de fax nog wordt benut) zodat je kunt aantonen wanneer je de igs hebt verzonden.
  • Als je de igs verzendt, neem dan zekerheidshalve een paar dagen extra om discussie over de precieze termijn te voorkomen.
  • Stel het BNT minimaal twee weken na de igs in. Neem zekerheidshalve een paar dagen extra om discussie over de precieze termijn te voorkomen.
  • Vraag om proceskostenveroordeling in BNT.
  • Wijs je cliënt op de mogelijkheid dat COA verblijfskosten kan gaan vorderen bij verbeurde dwangsommen.
  • Vraag om de ‘Brief opname nationale procedure (bij Dublinzaken)’ als je die na een week nog niet hebt ontvangen.
  • Wijs je cliënt op de verjaringstermijn van de dwangsom en stuit de verjaring tijdig.

18. Tolken en vertaling - Doen

  • Controleer of de toegestane uitzonderingen inderdaad van toepassing zijn als de IND aangeeft dat er bij het betreffende gehoor geen C1 tolk kon worden ingezet.
  • Jij hebt als advocaat de leiding over het gesprek en niet de tolk.
  • Stel de tolk in de gelegenheid om de hele passage die de cliënt of advocaat heeft verteld te vertalen en zorg ervoor dat hij daarbij niet wordt onderbroken.
  • Voorkom dat de tolk samenvat. Zorg dat wat er verteld wordt in dezelfde volgorde door de tolk wordt vertaald.
  • Voorkom dat de tolk buiten zijn expertise gaat of moet praten.
  • Geef zelf de uitleg van jargon of moeilijke begrippen en laat dit niet over aan de tolk.
  • Zorg dat de tolk zich neutraal opstelt.
  • Check voortdurend of de communicatie goed verloopt. Indien er problemen zijn, benoem dat dan meteen tijdens het gesprek. Als de problemen onoverkomelijk zijn, dan beëindig je het gesprek.
  • Overweeg bij problemen met de tolk altijd of het zinvol is om een klacht in te dienen.
  • Zorg bij een zaak waar geloofskwesties spelen voor een ‘neutrale’ tolk. Van de tolk wordt in een bekeringzaak verwacht dat hij kennis heeft van het christelijk jargon.
  • Leg een vertaling eerst voor aan je cliënt voordat de vertaling bij de rechtbank of IND wordt ingebracht.

18. Tolken en vertaling - Niet doen

  • Maak geen gebruik van familieleden, vrienden of kennissen van je cliënt om te tolken. En zeker geen kinderen!

19. Second opinion - Doen

  • Wijs je cliënt op de mogelijkheid van een second opinion in alle gevallen dat hij niet zeker is dat jij op zinvolle wijze de rechtsbijstand kan voortzetten.
  • Wijs je cliënt op de mogelijkheid van een second opinion wanneer de cliënt aangeeft niet het volle vertrouwen in zijn bijstand te hebben.
  • Respecteer de wens van je cliënt om zich door een andere advocaat te laten bijstaan.
  • Zorg voor conserverende maatregelen en een tijdige overdracht aan de opvolger.
  • Als opvolger beoordeel je de zaak op basis van het dossier en, indien mogelijk, een gesprek met je cliënt.
  • Als opvolger behandel je de zaak naar dezelfde normen als een eerste advocaat.

19. Second opinion - Niet doen

  • Je hoeft niet de mogelijkheid van een second (third) opinion aan te bieden.

21. Klachten - Doen

  • Klachten zijn een uiterst middel. Probeer problemen eerst op een andere manier op te lossen.
  • Neem je verantwoordelijkheid en toon begrip voor een (deels) terechte klacht.
  • Neem de tijd om een klacht op te stellen.
  • Vraag hulp en advies aan andere collega’s als je een klacht opstelt of zelf ontvangt.
  • Zorg dat je op de hoogte bent van de diverse klachtprocedures, welke van toepassing zijn en wat van je gevraagd wordt.
21.9 Doen - Niet doen
  • Proces

    • 1. De asielprocedure uitgelegd
      • 1.1 Soorten procedures
        • 1.1.1 Dublin (Spoor 1)
        • 1.1.2 Veilig land (Spoor 2)
        • 1.1.3 De Algemene Asielprocedure (Spoor 4)
        • 1.1.4 De verschillen tussen de procedures
      • 1.2 Koppelen van de asielaanvraag aan de advocaat
        • 1.2.1 Distributie via RvR
        • 1.2.2 Distributie met machtiging van de cliënt
      • 1.3 Voorbereiden behandeling asielaanvraag
        • 1.3.1 Uitnodigen eerste gesprek
        • 1.3.2 Het eerste gesprek: de kennismaking
        • 1.3.3 Onderbouwen asielrelaas
        • 1.3.4 Voorbereiden op het nader gehoor
      • 1.4 Nabespreken van het nader gehoor
        • 1.4.1 Voorbereiding van het gesprek
        • 1.4.2 Check beleid en landeninformatie
        • 1.4.3 Bespreken van het gehoor met de cliënt
        • 1.4.4 Opstellen correcties en aanvullingen
      • 1.5 Voornemen en zienswijze
        • 1.5.1 Voorbereiding gesprek voornemen met cliënt
        • 1.5.2 Bespreken voornemen
        • 1.5.3 Opstellen zienswijze
      • 1.6 Verlengde Asielprocedure
        • 1.6.1 Aanvullend horen in de VA
        • 1.6.2 Niet aanvullend horen in de VA
      • 1.7 De beschikking
        • 1.7.1 Inwilliging asielaanvraag
        • 1.7.2 Afwijzing asielaanvraag
      • 1.8 Doen - Niet doen
    • 2. De Dublinprocedure
      • 2.1 Overnameverzoek
        • 2.1.1 Rangordecriteria
        • 2.1.2 Termijnen
      • 2.2 Terugnameverzoek
        • 2.2.1 Rangordecriteria
        • 2.2.2 Termijnen
      • 2.3. Afspraak met je cliënt
      • 2.4 Bijzondere omstandigheden
        • 2.4.1 Interstatelijk vertrouwensbeginsel
        • 2.4.2 Gezinsleden
        • 2.4.3 Familieleden
        • 2.4.4 Humanitaire gronden
      • 2.5 Bewijsmateriaal
        • 2.5.1 Check informatie
        • 2.5.2 Landeninformatie
        • 2.5.3 Bewijs medische of andere humanitaire omstandigheden
        • 2.5.4 Jurisprudentie
      • 2.6 Besluitvorming
        • 2.6.1 Bespreken aanmeldgehoor en voornemen
        • 2.6.2 Zienswijze indienen
        • 2.6.3 Beschikking en rechtsmiddelen
        • 2.6.4 Uitspraak rechtbank
        • 2.6.5 Hoger beroep
      • 2.7 Overdracht en met onbekende bestemming (MOB)
        • 2.7.1 Overdrachtstermijn en verlenging van de overdrachtstermijn
        • 2.7.2 Bezwaar feitelijke overdracht
      • 2.8 Doen - Niet doen
    • 3. Opvolgende aanvraag
      • 3.1 De intake
      • 3.2 Model M35-O invullen
      • 3.3 Indienen opvolgende asielaanvraag
        • 3.3.1 Screening Model M35-O door IND
      • 3.4 Voorbereiding op het gehoor opvolgende aanvraag
      • 3.5 Nabespreking van het gehoor opvolgende aanvraag
      • 3.6 Reactie naar de IND
      • 3.7 Gevolgen indiening opvolgende aanvraag
      • 3.8 Beschikking en rechtsmiddelen
        • 3.8.1 Beroep
        • 3.8.2 Uitspraak rechtbank en hoger beroep
      • 3.9 Nazorg
      • 3.10 Doen - Niet doen
    • 4. Beroep en vovo
      • 4.1 Vergaren stukken (het besluit)
        • 4.1.1 Termijnen
        • 4.1.2 Instellen rechtsmiddel
        • 4.1.3 Termijnoverschrijding
        • 4.1.4 Afspraak met cliënt
        • 4.1.5 Aanvullend contact met cliënt
      • 4.2 Beroep - vovo
        • 4.2.1 Digitaal of schriftelijk procederen
        • 4.2.2 Indienen rechtsmiddelen
        • 4.2.3 Procesdossier
        • 4.2.4 Contact met de rechtbank
        • 4.2.5 Dictum afwijzende beschikking: afdoeningsmodaliteiten
        • 4.2.6 Dictum: intrekken - niet-verlengen van de vergunning
      • 4.3 Gronden beroep
        • 4.3.1 Vorm beroepschrift
        • 4.3.2 Inhoud beroepschrift
        • 4.3.3 Rechterlijke toets
        • 4.3.4 Nieuwe ontwikkelingen hangende beroep en goede procesorde
        • 4.3.5 Spoedeisend belang
      • 4.4 Verweerschrift
        • 4.4.1 Analyse van de zaak
        • 4.4.2 Vervolgstappen na verweerschrift
      • 4.5 De rechtbankzitting
        • 4.5.1 Nieuwe zaakbehandeling
        • 4.5.2 Incidenten ter zitting
      • 4.6 Uitspraak rechtbank
      • 4.7 Bijzondere situaties
        • 4.7.1 Artikel 8:29 Awb
        • 4.7.2 Vovo vliegtuigtrap
      • 4.8 Nazorg
      • 4.9 Doen - Niet doen
    • 5. Hoger beroep en vovo
      • 5.1 Rechtsmiddel hoger beroep
        • 5.1.1 Stappenplan afweging hoger beroep
        • 5.1.2 Termijnen
        • 5.1.3 Termijnoverschrijding
        • 5.1.4 Afspraak met cliënt
        • 5.1.5 Procesaspecten
          • Standaardmodel hoger beroepschrift
      • 5.2 Grieven
        • 5.2.1 Vervolgstappen na indienen grieven
        • 5.2.2 Verweer in hoger beroep
      • 5.3 Zitting
      • 5.4 Uitspraak Raad van State
      • 5.5 Nazorg
      • 5.6 Doen - Niet doen
    • 6. Internationale rechtsmiddelen
      • 6.1 Hof van Justitie van de Europese Unie
        • 6.1.1 Prejudiciële vragen
        • 6.1.2 Rechter mag en moet vragen stellen
      • 6.2 Jurisprudentieonderzoek
      • 6.3 Opstellen van prejudiciële vragen
        • 6.3.1 Toelichting bij prejudiciële vragen
        • 6.3.2 Afstemmen formulering prejudiciële vragen
        • 6.3.3 Externe ondersteuning
      • 6.4 Verloop van de procedure bij het HvJEU
        • 6.4.1 Schriftelijke behandeling
        • 6.4.2 Mondelinge behandeling
      • 6.5 Uitspraak van het HvJEU
        • 6.5.1 Vervolg uitspraak Hof voor nationale procedure
        • 6.5.2 Nazorg
      • 6.6 Europees Hof voor de Rechten van de Mens
        • 6.6.1 Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM)
        • 6.6.2 Analyse ontvankelijkheid
        • 6.6.3 Start procedure
        • 6.6.4 Opstellen feitenrelaas
        • 6.6.5 Opstellen toelichting schendingen
        • 6.6.6 Uitputting nationale rechtsmiddelen
        • 6.6.7 Checklist formele vereisten
        • 6.6.8 Bespreken proces met cliënt
        • 6.6.9 Contact met procespartijen
        • 6.6.10 Opstellen friendly settlement
        • 6.6.11 Repliek-dupliek
        • 6.6.12 Uitspraak
      • 6.7 VN-comités
        • 6.7.1 Vereisten klacht bij de comités
        • 6.7.2 Behandeling van de klacht
        • 6.7.3 Analyse keuze juridisch forum
      • 6.8 Doen - Niet doen
  • Thema's

    • 7. 1F Vluchtelingenverdrag
      • 7.1 Dossieranalyse 1F indicaties
        • 7.1.1 Artikel 1F onder a, b en c
        • 7.1.2 ‘Personal and knowing participation-test’
        • 7.1.3 ‘Knowing participation'
        • 7.1.4 Vrijwaringsgronden
      • 7.2 Afspraak cliënt
        • 7.2.1 Bespreken analyse dossier
        • 7.2.2 Bespreken relaas cliënt / voorbereiding op het nader gehoor
        • 7.2.3 Nader onderbouwen rol van de cliënt
      • 7.3 Verwijzing naar 1F-unit
        • 7.3.1 Onderzoek 1F-unit
        • 7.3.2 Aanvullend gehoor artikel 1F
        • 7.3.3 Nabespreking (aanvullend) 1F-gehoor
      • 7.4 Voornemen artikel 1F
        • 7.4.1 Beoordelen onderdelen van het voornemen
        • 7.4.2 Zienswijze
      • 7.5 Beschikking en rechtsmiddelen
        • 7.5.1 Bespreken beschikking en rechtsmiddelen
        • 7.5.2 Specifieke aspecten artikel 1F en beroep
      • 7.6 Hoger beroep
      • 7.7 Artikel 1F vs artikel 3 EVRM na rechtsmiddelen
        • 7.7.1 Beleid artikel 1F en terugkeer
        • 7.7.2 Duurzaam uitzetbeletsel artikel 3 EVRM
      • 7.8 Europees inreisverbod
        • 7.8.1 Termijnen van inreisverbod en voorwaarden
        • 7.8.2 Bespreken argumentatie inreisverboden
        • 7.8.3 Zienswijze
        • 7.8.4 Beschikking en rechtsmiddel
      • 7.9 Ongewenstverklaring
        • 7.9.1 Bespreken voornemen en gevolgen ongewenstverklaring
        • 7.9.2 Zienswijze
        • 7.9.3 Beschikking en rechtsmiddel
      • 7.10 Opvolgende aanvraag
      • 7.11 Doen - Niet doen
    • 8. De alleenstaande minderjarige
      • 8.1 Definities
        • 8.1.1 Alleenstaande minderjarige vreemdeling
        • 8.1.2 Begeleide minderjarige
        • 8.1.3 Oordeel en gevolg van leeftijdbepaling
      • 8.2 Nidos
        • 8.2.1 Rol van Nidos in de asielprocedure
        • 8.2.2 Rol Nidos na meerderjarigheid(soordeel)
      • 8.3 Leeftijdregistratie
        • 8.3.1 Procedure schouw
        • 8.3.2 Registratie en informatie uit andere EU-lidstaten
        • 8.3.3 Leeftijdsonderzoek
        • 8.3.4 Voordeel van de twijfel
      • 8.4 Juridisch kader van de asielprocedure bij minderjarigheid
        • 8.4.1 Referentiekader kinderen
        • 8.4.2 Belang van het kind
      • 8.5 In gesprek met de minderjarige cliënt
        • 8.5.1 Bespreken uitkomst schouw/leeftijdsonderzoek
        • 8.5.2 Leeftijd gerelateerde uitleg procedure
        • 8.5.3 Bespreken nader gehoor/voornemen
      • 8.6 Minderjarigheid en Dublinprocedure
      • 8.7 Buitenschuldbeleid
        • 8.7.1 Adequate opvang
        • 8.7.2 Belang van het kind
      • 8.8 Doen - Niet doen
    • 9. Medische aspecten in asiel
      • 9.1 Medische klachten in de asielprocedure
        • 9.1.1 Behandeling land van herkomst
        • 9.1.2 Rol Geneeskundige Zorg Asielzoekers (GZA)
        • 9.1.3 Direct melden medische aspecten
      • 9.2 Medisch advies voor horen en beslissen
        • 9.2.1 Doel medisch advies
        • 9.2.2 Advies en onderliggende stukken
        • 9.2.3 Rol medisch advies
        • 9.2.4 Verzoek om een nieuw medisch advies
        • 9.2.5 Contra-expertise
      • 9.3 Forensisch medisch onderzoek
        • 9.3.1 Forensisch medisch onderzoek IND
        • 9.3.2 Start forensisch medisch onderzoek
        • 9.3.3 Afwijzen forensisch medisch onderzoek
        • 9.3.4 Forensisch medisch onderzoek advocaat
        • 9.3.5 Waarde forensisch medisch onderzoek
      • 9.4 Artikel 64 Vw
        • 9.4.1 Ambtshalve toets artikel 64 Vw eerste asielaanvraag
        • 9.4.2 BMA-advies asielprocedure
      • 9.5 Doen - Niet doen
    • 10. Gezinshereniging: nareis en artikel 8 EVRM
      • 10.1 Beleid voor nareis en artikel 8 EVRM in het kort
      • 10.2 Nareisprocedure
        • 10.2.1 Voorwaarden nareis
        • 10.2.2 Bescherming gezinsleven ex artikel 8 EVRM
        • 10.2.3 Belangenafweging
      • 10.3 Ambtshalve toets artikel 8 EVRM in asielzaken
      • 10.4 Aparte reguliere aanvraag artikel 8 EVRM
      • 10.5 De nareisvergunning en rechtsgevolgen
        • 10.5.1 Afwijzen van de nareisvergunning
        • 10.5.2 Rechtsmiddelen
      • 10.6 Doen - Niet doen
    • 11. Mensenhandel en uitbuiting
      • 11.1 Beleid voor mensenhandel en uitbuiting
      • 11.2 Voorwaarden
        • 11.2.1 Voorwaarden algemeen
        • 11.2.2 Voorwaarden cliënten in de Dublinprocedure
      • 11.3 Aanvraag verblijfsvergunning mensenhandel
        • 11.3.1 Asielrelaas cliënt
        • 11.3.2 Verlenen en verlengen van de vergunning
        • 11.3.3 Afwijzen en intrekken van de vergunning
      • 11.4 Rechtsmiddelen
      • 11.5 Doen - Niet doen
    • 12. Buitenschuldvergunning
      • 12.1 Buitenschuldvergunning in het kort
      • 12.2 Voorwaarden
        • 12.2.1 Cliënt kan niet vertrekken
        • 12.2.2 Cliënt kan om medische redenen blijvend niet reizen
        • 12.2.3 Cliënt is minderjarig
      • 12.3 De buitenschuldprocedure
        • 12.3.1 Asielrelaas cliënt
        • 12.3.2 Verlenen van de vergunning
        • 12.3.3 Afwijzen van de vergunning
      • 12.4 Rechtsmiddelen
      • 12.5 Doen - Niet doen
    • 13. Bronnen onderbouwen asielrelaas
      • 13.1 Categorieën bronnen
        • 13.1.1 Identificerende documenten
        • 13.1.2 Asielinhoudelijke bronnen
      • 13.2 Landeninformatie
      • 13.3 Medische documentatie
      • 13.4 Verklaringen van derden
      • 13.5 Contacten met organisaties
      • 13.6 Beleidstukken
      • 13.7 Jurisprudentie
      • 13.8 Gebruik van inhoudelijke bronnen
      • 13.9 Onderzoek KMar en Bureau Documenten
        • 13.9.1 Onderzoek KMar en Bureau Documenten
        • 13.9.2 Gebruik landeninformatie
        • 13.9.3 Rol VWN
        • 13.9.4 Contra-expertise
      • 13.10 Taalanalyse
        • 13.10.1 Taalindicatie
        • 13.10.2 Taalanalyse
      • 13.11 Gebruik van juridische bronnen
      • 13.12 Nieuwsbrieven
      • 13.13 Doen - Niet doen
    • 14. Verkrijgen en behoud van de verblijfsvergunning asiel
      • 14.1 Verkrijgen van een verblijfsvergunning
        • 14.1.1 Verblijfsgrond en status vergunning
        • 14.1.2 Uitleg aan je cliënt
      • 14.2 Afwijzen verlengen of intrekken van de verblijfsvergunning
        • 14.2.1 Vervallen van de verleningsgrond
        • 14.2.2 Verstrekken onjuiste gegevens
        • 14.2.3 Gevaar voor openbare orde
        • 14.2.4 Verplaatsing hoofdverblijf
      • 14.3 Inburgeren en naturalisatie
      • 14.4 Doen - Niet doen
    • 15. Terugkeerbesluit, vreemdelingenbewaring en vertrek
      • 15.1 Terugkeerbesluit
        • 15.1.1 Eisen terugkeerbesluit
        • 15.1.2 Terugkeerbesluit minderjarige
        • 15.1.3 Rechtsmiddelen
      • 15.2 Vertrek
        • 15.2.1 Vertrektermijn
        • 15.2.2 Vertrekproces
        • 15.2.3 Rechtsmiddelen
      • 15.3 Vreemdelingenbewaring
        • 15.3.1 Staandehouding
        • 15.3.2 Ophouding
        • 15.3.3 Bewaringsmaatregel
        • 15.3.4 Beroep en vervolgberoep bewaring
      • 15.4 Doen - Niet doen
    • 16. Moratoria en Richtlijn Tijdelijke Bescherming
      • 16.1 Beleid besluitmoratorium en termijnen
      • 16.2 Beleid vertrekmoratorium en termijnen
      • 16.3 Asielaanvraag op basis van moratoriabeleid
      • 16.4 Rechtsmiddelen
    • 17. Overschrijden termijnen, dwangsom en verjaring
      • 17.1 Beslistermijn en ingebrekestelling
        • 17.1.1 Aanvraag en opvolgende aanvraag
        • 17.1.2 Moratorium
        • 17.1.3 Dublin
        • 17.1.4 Na gegrond beroep
      • 17.2 Dwangsommen
        • 17.2.1 Ingebrekestelling
        • 17.2.2 Beroep niet tijdig beslissen
      • 17.3 Uitbetaling dwangsom
      • 17.4 Verjaring en stuiting
      • 17.5 Doen - Niet doen
    • 18. Tolken en vertaling
      • 18.1 Eisen voor de inzet van een tolk
        • 18.1.1 Wet beëdigde tolken en vertalers
        • 18.1.2 Afnameplicht
        • 18.1.3 Uitwijklijst
        • 18.1.4 Selectie/reservering van de tolk
      • 18.2 Inzet tolk voor het gesprek met de cliënt
        • 18.2.1 Selectie tolk
        • 18.2.2 Aandachtspunten voor het communiceren via een tolk
      • 18.3 Tolkdienst bij de rechtbank
      • 18.4 Vertaling stukken
        • 18.4.1 Aanvragen vertaling
        • 18.4.2 Controle op de vertaling
      • 18.5 Doen - Niet doen
    • 19. Second opinion
      • 19.1 Uitgangspunten second opinion
        • 19.1.1 Definitie
        • 19.1.2 Belang
        • 19.1.3 Afzien van verdere rechtsbijstand
        • 19.1.4 Opstellen verzoek voor second opinion
      • 19.2 Verrichten second opinion
      • 19.3 Doen - Niet doen
    • 20. Opvang COA
      • 20.1 Recht op opvang en voorzieningen
      • 20.2 Rol van COA
      • 20.3 Rechten en plichten
      • 20.4 Varianten opvang
        • 20.4.1 Tijdens asielprocedure
        • 20.4.2 Opvang tijdens opvolgende aanvragen en (hoger) beroep
        • 20.4.3 Tijdens uitzetfase
        • 20.4.4 Na inwilliging aanvraag
      • 20.5 Soorten opvang
        • 20.5.1 Voorafgaand aan de procedure
        • 20.5.2 Tijdens de procedure
        • 20.5.3 Na de procedure: inwilliging van de aanvraag
        • 20.5.4 Na de procedure: afwijzing van de aanvraag
      • 20.6 Medische zorg
      • 20.7 Registratie in BRP en het BSN
    • 21. Klachten
      • 21.1 Een klacht indienen
        • 21.1.1 Gevallen waarin je een klacht indient
        • 21.1.2 Indieningsmoment van een klacht
        • 21.1.3 Personen of instanties tegen wie je een klacht indient
        • 21.1.4 Overzicht klachteninstanties
        • 21.1.5 Formulering van een klacht
        • 21.1.6 Redenen om te klagen
      • 21.2 Klacht tegen een andere advocaat
      • 21.3 Redenen om een klacht in te dienen
      • 21.4 Klachtprocedure bij een bestuursorgaan
      • 21.5 Klachtwaardig gedrag van tolken
      • 21.6 Procesverloop klacht
      • 21.7 Klachtprocedure bij de Nationale ombudsman
        • 21.7.1 Vereisten
        • 21.7.2 Indienen van de klacht
        • 21.7.3 Verloop procedure
      • 21.8 Zelf een klacht krijgen
        • 21.8.1 Afhandeling van een interne of onofficiële klacht
        • 21.8.2 Afhandeling van een officiële klacht
        • 21.8.3 Rechtsmiddelen
      • 21.9 Doen - Niet doen
  • 22. Totaaloverzicht Doen - Niet Doen

Vragen? Suggesties?

Heeft u vragen over de Best Practices Leidraad of heeft u iets toe te voegen? Wij horen graag van u.

Contact
Best Practices Leidraad voor asieladvocaten
  • Home
  • Over deze leidraad
  • Contact
  • Toegankelijkheid