Ga naar de inhoud
Best Practices Leidraad voor asieladvocaten (naar homepage)

10.3 Ambtshalve toets artikel 8 EVRM in asielzaken

In de asielprocedure toetst de IND ambtshalve aan artikel 8 EVRM. Denk hierbij aan de situatie dat je cliënt familieleven heeft met zijn partner of een kind heeft dat in Nederland woont met een verblijfsvergunning.

De ambtshalve toets aan artikel 8 EVRM vindt plaats bij de afwijzing van de eerste asielaanvraag die is ingediend binnen zes maanden na binnenkomst in Nederland (artikel 3.6a lid 1 onder a Vb). Dit gebeurt ook bij de afwijzing van de aanvraag tot verlenging van de verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd (artikel 3.6a lid 5 Vb) en bij de intrekking van deze zelfde vergunning. Er vindt dus geen ambtshalve toets aan artikel 8 EVRM plaats bij een opvolgende asielaanvraag of in een Dublinzaak.

Inhoudelijk zal de toets aan artikel 8 EVRM in de asielprocedure of bij een losse aanvraag niet veel verschillen, behalve dat de client in de asielprocedure natuurlijk geen mvv hoeft aan te vragen, niet hoeft in te burgeren en geen leges hoeft te betalen. Wat in de asielprocedure soms ingewikkelder is, is dat er vaak pas een korte tijd sprake is van familieleven en er niet altijd al veel bewijs voorhanden is.

Uit de uitspraak van de Afdeling van 16 augustus 2022 volgt dat de staatssecretaris niet verplicht is om een ambtshalve beoordeling in het kader van artikel 8 EVRM te maken. Als een vreemdeling impliciet of expliciet een beroep doet op artikel 8 van het EVRM, moet hij wel deugdelijk motiveren waarom hij geen gebruik maakt van zijn bevoegdheid om die vreemdeling -onverminderd de artikelen 3.6 en 3.6a Vb 2000- ambtshalve krachtens artikel 3.6b, aanhef en onder c, Vb 2000 een verblijfsvergunning op grond van artikel 8 van het EVRM te verlenen.[8] Geef daarom als advocaat altijd aan wanneer 8 EVRM-aspecten spelen in een zaak.

In de praktijk zie je vaak dat de staatssecretaris zich op het standpunt stelt dat de cliënt te weinig informatie heeft aangedragen om over te gaan tot een ambtshalve beoordeling. Wanneer er een expliciet beroep op artikel 8 EVRM is gedaan, bijvoorbeeld in de zienswijze, zal de IND hier niet zo snel mee weg komen.[9] Hetzelfde geldt voor een veel voorkomend argument van de IND dat de cliënt de mogelijkheid heeft een reguliere aanvraag in te dienen. Nog afgezien van de zwaarder voorwaarden (zoals leges) bij een losse aanvraag 8 EVRM, is de ambtshalve toets in asiel aan een aantal humanitair-reguliere gronden -waaronder artikel 8 EVRM- juist ingevoerd is om een opeenstapeling van procedures door de vreemdelingen te voorkomen.[10]

De IND zal bij een aanvraag artikel 8 EVRM of een ambtshalve toets in asielaanvragen altijd eerst toetsen of er een regulier verblijfsdoel bestaat voor de aanvraag (bijvoorbeeld verblijf bij echtgenoot of partner) en als dat bestaat, daaraan toetsen. Als er geen regulier kader bestaat, dan wordt getoetst aan artikel 8 EVRM (resttoets). In sommige gevallen kan dus op grond van artikel 8 EVRM toch een verblijfsvergunning moet worden verleend, ook als een cliënt volgens nationale regelgeving geen recht heeft op verblijf. Dit artikel is daarom van groot belang voor cliënten die niet aan alle voorwaarden voldoen die in de Nederlandse vreemdelingenwetgeving aan een aanvraag gezinshereniging of gezinsvorming worden gesteld, zoals bijvoorbeeld het mvv- of inkomensvereiste.  Ook dan is het mogelijk dat een cliënt dan alsnog verblijf kan verkrijgen op grond van artikel 8 EVRM.

10.2.3 Belangenafweging10.4 Aparte reguliere aanvraag artikel 8 EVRM
  • Proces

    • 1. De asielprocedure uitgelegd
      • 1.1 Soorten procedures
        • 1.1.1 Dublin (Spoor 1)
        • 1.1.2 Veilig land (Spoor 2)
        • 1.1.3 De Algemene Asielprocedure (Spoor 4)
        • 1.1.4 De verschillen tussen de procedures
      • 1.2 Koppelen van de asielaanvraag aan de advocaat
        • 1.2.1 Distributie via RvR
        • 1.2.2 Distributie met machtiging van de cliënt
      • 1.3 Voorbereiden behandeling asielaanvraag
        • 1.3.1 Uitnodigen eerste gesprek
        • 1.3.2 Het eerste gesprek: de kennismaking
        • 1.3.3 Onderbouwen asielrelaas
        • 1.3.4 Voorbereiden op het nader gehoor
      • 1.4 Nabespreken van het nader gehoor
        • 1.4.1 Voorbereiding van het gesprek
        • 1.4.2 Check beleid en landeninformatie
        • 1.4.3 Bespreken van het gehoor met de cliënt
        • 1.4.4 Opstellen correcties en aanvullingen
      • 1.5 Voornemen en zienswijze
        • 1.5.1 Voorbereiding gesprek voornemen met cliënt
        • 1.5.2 Bespreken voornemen
        • 1.5.3 Opstellen zienswijze
      • 1.6 Verlengde Asielprocedure
        • 1.6.1 Aanvullend horen in de VA
        • 1.6.2 Niet aanvullend horen in de VA
      • 1.7 De beschikking
        • 1.7.1 Inwilliging asielaanvraag
        • 1.7.2 Afwijzing asielaanvraag
      • 1.8 Doen - Niet doen
    • 2. De Dublinprocedure
      • 2.1 Overnameverzoek
        • 2.1.1 Rangordecriteria
        • 2.1.2 Termijnen
      • 2.2 Terugnameverzoek
        • 2.2.1 Rangordecriteria
        • 2.2.2 Termijnen
      • 2.3. Afspraak met je cliënt
      • 2.4 Bijzondere omstandigheden
        • 2.4.1 Interstatelijk vertrouwensbeginsel
        • 2.4.2 Gezinsleden
        • 2.4.3 Familieleden
        • 2.4.4 Humanitaire gronden
      • 2.5 Bewijsmateriaal
        • 2.5.1 Check informatie
        • 2.5.2 Landeninformatie
        • 2.5.3 Bewijs medische of andere humanitaire omstandigheden
        • 2.5.4 Jurisprudentie
      • 2.6 Besluitvorming
        • 2.6.1 Bespreken aanmeldgehoor en voornemen
        • 2.6.2 Zienswijze indienen
        • 2.6.3 Beschikking en rechtsmiddelen
        • 2.6.4 Uitspraak rechtbank
        • 2.6.5 Hoger beroep
      • 2.7 Overdracht en met onbekende bestemming (MOB)
        • 2.7.1 Overdrachtstermijn en verlenging van de overdrachtstermijn
        • 2.7.2 Bezwaar feitelijke overdracht
      • 2.8 Doen - Niet doen
    • 3. Opvolgende aanvraag
      • 3.1 De intake
      • 3.2 Model M35-O invullen
      • 3.3 Indienen opvolgende asielaanvraag
        • 3.3.1 Screening Model M35-O door IND
      • 3.4 Voorbereiding op het gehoor opvolgende aanvraag
      • 3.5 Nabespreking van het gehoor opvolgende aanvraag
      • 3.6 Reactie naar de IND
      • 3.7 Gevolgen indiening opvolgende aanvraag
      • 3.8 Beschikking en rechtsmiddelen
        • 3.8.1 Beroep
        • 3.8.2 Uitspraak rechtbank en hoger beroep
      • 3.9 Nazorg
      • 3.10 Doen - Niet doen
    • 4. Beroep en vovo
      • 4.1 Vergaren stukken (het besluit)
        • 4.1.1 Termijnen
        • 4.1.2 Instellen rechtsmiddel
        • 4.1.3 Termijnoverschrijding
        • 4.1.4 Afspraak met cliënt
        • 4.1.5 Aanvullend contact met cliënt
      • 4.2 Beroep - vovo
        • 4.2.1 Digitaal of schriftelijk procederen
        • 4.2.2 Indienen rechtsmiddelen
        • 4.2.3 Procesdossier
        • 4.2.4 Contact met de rechtbank
        • 4.2.5 Dictum afwijzende beschikking: afdoeningsmodaliteiten
        • 4.2.6 Dictum: intrekken - niet-verlengen van de vergunning
      • 4.3 Gronden beroep
        • 4.3.1 Vorm beroepschrift
        • 4.3.2 Inhoud beroepschrift
        • 4.3.3 Rechterlijke toets
        • 4.3.4 Nieuwe ontwikkelingen hangende beroep en goede procesorde
        • 4.3.5 Spoedeisend belang
      • 4.4 Verweerschrift
        • 4.4.1 Analyse van de zaak
        • 4.4.2 Vervolgstappen na verweerschrift
      • 4.5 De rechtbankzitting
        • 4.5.1 Nieuwe zaakbehandeling
        • 4.5.2 Incidenten ter zitting
      • 4.6 Uitspraak rechtbank
      • 4.7 Bijzondere situaties
        • 4.7.1 Artikel 8:29 Awb
        • 4.7.2 Vovo vliegtuigtrap
      • 4.8 Nazorg
      • 4.9 Doen - Niet doen
    • 5. Hoger beroep en vovo
      • 5.1 Rechtsmiddel hoger beroep
        • 5.1.1 Stappenplan afweging hoger beroep
        • 5.1.2 Termijnen
        • 5.1.3 Termijnoverschrijding
        • 5.1.4 Afspraak met cliënt
        • 5.1.5 Procesaspecten
          • Standaardmodel hoger beroepschrift
      • 5.2 Grieven
        • 5.2.1 Vervolgstappen na indienen grieven
        • 5.2.2 Verweer in hoger beroep
      • 5.3 Zitting
      • 5.4 Uitspraak Raad van State
      • 5.5 Nazorg
      • 5.6 Doen - Niet doen
    • 6. Internationale rechtsmiddelen
      • 6.1 Hof van Justitie van de Europese Unie
        • 6.1.1 Prejudiciële vragen
        • 6.1.2 Rechter mag en moet vragen stellen
      • 6.2 Jurisprudentieonderzoek
      • 6.3 Opstellen van prejudiciële vragen
        • 6.3.1 Toelichting bij prejudiciële vragen
        • 6.3.2 Afstemmen formulering prejudiciële vragen
        • 6.3.3 Externe ondersteuning
      • 6.4 Verloop van de procedure bij het HvJEU
        • 6.4.1 Schriftelijke behandeling
        • 6.4.2 Mondelinge behandeling
      • 6.5 Uitspraak van het HvJEU
        • 6.5.1 Vervolg uitspraak Hof voor nationale procedure
        • 6.5.2 Nazorg
      • 6.6 Europees Hof voor de Rechten van de Mens
        • 6.6.1 Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM)
        • 6.6.2 Analyse ontvankelijkheid
        • 6.6.3 Start procedure
        • 6.6.4 Opstellen feitenrelaas
        • 6.6.5 Opstellen toelichting schendingen
        • 6.6.6 Uitputting nationale rechtsmiddelen
        • 6.6.7 Checklist formele vereisten
        • 6.6.8 Bespreken proces met cliënt
        • 6.6.9 Contact met procespartijen
        • 6.6.10 Opstellen friendly settlement
        • 6.6.11 Repliek-dupliek
        • 6.6.12 Uitspraak
      • 6.7 VN-comités
        • 6.7.1 Vereisten klacht bij de comités
        • 6.7.2 Behandeling van de klacht
        • 6.7.3 Analyse keuze juridisch forum
      • 6.8 Doen - Niet doen
  • Thema's

    • 7. 1F Vluchtelingenverdrag
      • 7.1 Dossieranalyse 1F indicaties
        • 7.1.1 Artikel 1F onder a, b en c
        • 7.1.2 ‘Personal and knowing participation-test’
        • 7.1.3 ‘Knowing participation'
        • 7.1.4 Vrijwaringsgronden
      • 7.2 Afspraak cliënt
        • 7.2.1 Bespreken analyse dossier
        • 7.2.2 Bespreken relaas cliënt / voorbereiding op het nader gehoor
        • 7.2.3 Nader onderbouwen rol van de cliënt
      • 7.3 Verwijzing naar 1F-unit
        • 7.3.1 Onderzoek 1F-unit
        • 7.3.2 Aanvullend gehoor artikel 1F
        • 7.3.3 Nabespreking (aanvullend) 1F-gehoor
      • 7.4 Voornemen artikel 1F
        • 7.4.1 Beoordelen onderdelen van het voornemen
        • 7.4.2 Zienswijze
      • 7.5 Beschikking en rechtsmiddelen
        • 7.5.1 Bespreken beschikking en rechtsmiddelen
        • 7.5.2 Specifieke aspecten artikel 1F en beroep
      • 7.6 Hoger beroep
      • 7.7 Artikel 1F vs artikel 3 EVRM na rechtsmiddelen
        • 7.7.1 Beleid artikel 1F en terugkeer
        • 7.7.2 Duurzaam uitzetbeletsel artikel 3 EVRM
      • 7.8 Europees inreisverbod
        • 7.8.1 Termijnen van inreisverbod en voorwaarden
        • 7.8.2 Bespreken argumentatie inreisverboden
        • 7.8.3 Zienswijze
        • 7.8.4 Beschikking en rechtsmiddel
      • 7.9 Ongewenstverklaring
        • 7.9.1 Bespreken voornemen en gevolgen ongewenstverklaring
        • 7.9.2 Zienswijze
        • 7.9.3 Beschikking en rechtsmiddel
      • 7.10 Opvolgende aanvraag
      • 7.11 Doen - Niet doen
    • 8. De alleenstaande minderjarige
      • 8.1 Definities
        • 8.1.1 Alleenstaande minderjarige vreemdeling
        • 8.1.2 Begeleide minderjarige
        • 8.1.3 Oordeel en gevolg van leeftijdbepaling
      • 8.2 Nidos
        • 8.2.1 Rol van Nidos in de asielprocedure
        • 8.2.2 Rol Nidos na meerderjarigheid(soordeel)
      • 8.3 Leeftijdregistratie
        • 8.3.1 Procedure schouw
        • 8.3.2 Registratie en informatie uit andere EU-lidstaten
        • 8.3.3 Leeftijdsonderzoek
        • 8.3.4 Voordeel van de twijfel
      • 8.4 Juridisch kader van de asielprocedure bij minderjarigheid
        • 8.4.1 Referentiekader kinderen
        • 8.4.2 Belang van het kind
      • 8.5 In gesprek met de minderjarige cliënt
        • 8.5.1 Bespreken uitkomst schouw/leeftijdsonderzoek
        • 8.5.2 Leeftijd gerelateerde uitleg procedure
        • 8.5.3 Bespreken nader gehoor/voornemen
      • 8.6 Minderjarigheid en Dublinprocedure
      • 8.7 Buitenschuldbeleid
        • 8.7.1 Adequate opvang
        • 8.7.2 Belang van het kind
      • 8.8 Doen - Niet doen
    • 9. Medische aspecten in asiel
      • 9.1 Medische klachten in de asielprocedure
        • 9.1.1 Behandeling land van herkomst
        • 9.1.2 Rol Geneeskundige Zorg Asielzoekers (GZA)
        • 9.1.3 Direct melden medische aspecten
      • 9.2 Medisch advies voor horen en beslissen
        • 9.2.1 Doel medisch advies
        • 9.2.2 Advies en onderliggende stukken
        • 9.2.3 Rol medisch advies
        • 9.2.4 Verzoek om een nieuw medisch advies
        • 9.2.5 Contra-expertise
      • 9.3 Forensisch medisch onderzoek
        • 9.3.1 Forensisch medisch onderzoek IND
        • 9.3.2 Start forensisch medisch onderzoek
        • 9.3.3 Afwijzen forensisch medisch onderzoek
        • 9.3.4 Forensisch medisch onderzoek advocaat
        • 9.3.5 Waarde forensisch medisch onderzoek
      • 9.4 Artikel 64 Vw
        • 9.4.1 Ambtshalve toets artikel 64 Vw eerste asielaanvraag
        • 9.4.2 BMA-advies asielprocedure
      • 9.5 Doen - Niet doen
    • 10. Gezinshereniging: nareis en artikel 8 EVRM
      • 10.1 Beleid voor nareis en artikel 8 EVRM in het kort
      • 10.2 Nareisprocedure
        • 10.2.1 Voorwaarden nareis
        • 10.2.2 Bescherming gezinsleven ex artikel 8 EVRM
        • 10.2.3 Belangenafweging
      • 10.3 Ambtshalve toets artikel 8 EVRM in asielzaken
      • 10.4 Aparte reguliere aanvraag artikel 8 EVRM
      • 10.5 De nareisvergunning en rechtsgevolgen
        • 10.5.1 Afwijzen van de nareisvergunning
        • 10.5.2 Rechtsmiddelen
      • 10.6 Doen - Niet doen
    • 11. Mensenhandel en uitbuiting
      • 11.1 Beleid voor mensenhandel en uitbuiting
      • 11.2 Voorwaarden
        • 11.2.1 Voorwaarden algemeen
        • 11.2.2 Voorwaarden cliënten in de Dublinprocedure
      • 11.3 Aanvraag verblijfsvergunning mensenhandel
        • 11.3.1 Asielrelaas cliënt
        • 11.3.2 Verlenen en verlengen van de vergunning
        • 11.3.3 Afwijzen en intrekken van de vergunning
      • 11.4 Rechtsmiddelen
      • 11.5 Doen - Niet doen
    • 12. Buitenschuldvergunning
      • 12.1 Buitenschuldvergunning in het kort
      • 12.2 Voorwaarden
        • 12.2.1 Cliënt kan niet vertrekken
        • 12.2.2 Cliënt kan om medische redenen blijvend niet reizen
        • 12.2.3 Cliënt is minderjarig
      • 12.3 De buitenschuldprocedure
        • 12.3.1 Asielrelaas cliënt
        • 12.3.2 Verlenen van de vergunning
        • 12.3.3 Afwijzen van de vergunning
      • 12.4 Rechtsmiddelen
      • 12.5 Doen - Niet doen
    • 13. Bronnen onderbouwen asielrelaas
      • 13.1 Categorieën bronnen
        • 13.1.1 Identificerende documenten
        • 13.1.2 Asielinhoudelijke bronnen
      • 13.2 Landeninformatie
      • 13.3 Medische documentatie
      • 13.4 Verklaringen van derden
      • 13.5 Contacten met organisaties
      • 13.6 Beleidstukken
      • 13.7 Jurisprudentie
      • 13.8 Gebruik van inhoudelijke bronnen
      • 13.9 Onderzoek KMar en Bureau Documenten
        • 13.9.1 Onderzoek KMar en Bureau Documenten
        • 13.9.2 Gebruik landeninformatie
        • 13.9.3 Rol VWN
        • 13.9.4 Contra-expertise
      • 13.10 Taalanalyse
        • 13.10.1 Taalindicatie
        • 13.10.2 Taalanalyse
      • 13.11 Gebruik van juridische bronnen
      • 13.12 Nieuwsbrieven
      • 13.13 Doen - Niet doen
    • 14. Verkrijgen en behoud van de verblijfsvergunning asiel
      • 14.1 Verkrijgen van een verblijfsvergunning
        • 14.1.1 Verblijfsgrond en status vergunning
        • 14.1.2 Uitleg aan je cliënt
      • 14.2 Afwijzen verlengen of intrekken van de verblijfsvergunning
        • 14.2.1 Vervallen van de verleningsgrond
        • 14.2.2 Verstrekken onjuiste gegevens
        • 14.2.3 Gevaar voor openbare orde
        • 14.2.4 Verplaatsing hoofdverblijf
      • 14.3 Inburgeren en naturalisatie
      • 14.4 Doen - Niet doen
    • 15. Terugkeerbesluit, vreemdelingenbewaring en vertrek
      • 15.1 Terugkeerbesluit
        • 15.1.1 Eisen terugkeerbesluit
        • 15.1.2 Terugkeerbesluit minderjarige
        • 15.1.3 Rechtsmiddelen
      • 15.2 Vertrek
        • 15.2.1 Vertrektermijn
        • 15.2.2 Vertrekproces
        • 15.2.3 Rechtsmiddelen
      • 15.3 Vreemdelingenbewaring
        • 15.3.1 Staandehouding
        • 15.3.2 Ophouding
        • 15.3.3 Bewaringsmaatregel
        • 15.3.4 Beroep en vervolgberoep bewaring
      • 15.4 Doen - Niet doen
    • 16. Moratoria en Richtlijn Tijdelijke Bescherming
      • 16.1 Beleid besluitmoratorium en termijnen
      • 16.2 Beleid vertrekmoratorium en termijnen
      • 16.3 Asielaanvraag op basis van moratoriabeleid
      • 16.4 Rechtsmiddelen
    • 17. Overschrijden termijnen, dwangsom en verjaring
      • 17.1 Beslistermijn en ingebrekestelling
        • 17.1.1 Aanvraag en opvolgende aanvraag
        • 17.1.2 Moratorium
        • 17.1.3 Dublin
        • 17.1.4 Na gegrond beroep
      • 17.2 Dwangsommen
        • 17.2.1 Ingebrekestelling
        • 17.2.2 Beroep niet tijdig beslissen
      • 17.3 Uitbetaling dwangsom
      • 17.4 Verjaring en stuiting
      • 17.5 Doen - Niet doen
    • 18. Tolken en vertaling
      • 18.1 Eisen voor de inzet van een tolk
        • 18.1.1 Wet beëdigde tolken en vertalers
        • 18.1.2 Afnameplicht
        • 18.1.3 Uitwijklijst
        • 18.1.4 Selectie/reservering van de tolk
      • 18.2 Inzet tolk voor het gesprek met de cliënt
        • 18.2.1 Selectie tolk
        • 18.2.2 Aandachtspunten voor het communiceren via een tolk
      • 18.3 Tolkdienst bij de rechtbank
      • 18.4 Vertaling stukken
        • 18.4.1 Aanvragen vertaling
        • 18.4.2 Controle op de vertaling
      • 18.5 Doen - Niet doen
    • 19. Second opinion
      • 19.1 Uitgangspunten second opinion
        • 19.1.1 Definitie
        • 19.1.2 Belang
        • 19.1.3 Afzien van verdere rechtsbijstand
        • 19.1.4 Opstellen verzoek voor second opinion
      • 19.2 Verrichten second opinion
      • 19.3 Doen - Niet doen
    • 20. Opvang COA
      • 20.1 Recht op opvang en voorzieningen
      • 20.2 Rol van COA
      • 20.3 Rechten en plichten
      • 20.4 Varianten opvang
        • 20.4.1 Tijdens asielprocedure
        • 20.4.2 Opvang tijdens opvolgende aanvragen en (hoger) beroep
        • 20.4.3 Tijdens uitzetfase
        • 20.4.4 Na inwilliging aanvraag
      • 20.5 Soorten opvang
        • 20.5.1 Voorafgaand aan de procedure
        • 20.5.2 Tijdens de procedure
        • 20.5.3 Na de procedure: inwilliging van de aanvraag
        • 20.5.4 Na de procedure: afwijzing van de aanvraag
      • 20.6 Medische zorg
      • 20.7 Registratie in BRP en het BSN
    • 21. Klachten
      • 21.1 Een klacht indienen
        • 21.1.1 Gevallen waarin je een klacht indient
        • 21.1.2 Indieningsmoment van een klacht
        • 21.1.3 Personen of instanties tegen wie je een klacht indient
        • 21.1.4 Overzicht klachteninstanties
        • 21.1.5 Formulering van een klacht
        • 21.1.6 Redenen om te klagen
      • 21.2 Klacht tegen een andere advocaat
      • 21.3 Redenen om een klacht in te dienen
      • 21.4 Klachtprocedure bij een bestuursorgaan
      • 21.5 Klachtwaardig gedrag van tolken
      • 21.6 Procesverloop klacht
      • 21.7 Klachtprocedure bij de Nationale ombudsman
        • 21.7.1 Vereisten
        • 21.7.2 Indienen van de klacht
        • 21.7.3 Verloop procedure
      • 21.8 Zelf een klacht krijgen
        • 21.8.1 Afhandeling van een interne of onofficiële klacht
        • 21.8.2 Afhandeling van een officiële klacht
        • 21.8.3 Rechtsmiddelen
      • 21.9 Doen - Niet doen
  • 22. Totaaloverzicht Doen - Niet Doen

Vragen? Suggesties?

Heeft u vragen over de Best Practices Leidraad of heeft u iets toe te voegen? Wij horen graag van u.

Contact
Best Practices Leidraad voor asieladvocaten (naar homepage)
  • Home
  • Over deze leidraad
  • Contact
  • Toegankelijkheid

https://www.raadvanstate.nl/uitspraken/@132544/202102489-1-v1/

Zie bijvoorbeeld uitspraak ABRvS 29 december 2022, ECLI:NL:RVS:2022:3965.

Zie de uitspraak van de Afdeling van 20 januari 2022, ECLI:NL:RVS:2022:187, onder 2.3. en de Nota van Toelichting bij het besluit van 8 april 2019 tot wijziging van het Vb 2000, Stb. 2019, 143, p. 15-16 en 35.