Ga naar de inhoud
Best Practices Leidraad voor asieladvocaten (naar homepage)

10.2.1 Voorwaarden nareis

Belangrijke voorwaarden voor de aanvraag nareis zijn:

  • aanvrager heeft een asielvergunning;
  • de gezinsleden worden genoemd in artikel 29 lid 2 Vw;
  • de aanvraag wordt binnen drie maanden ingediend;
  • de identiteit en de familierechtelijke relatie met gezinsleden wordt aannemelijk gemaakt.

Indien de ouder van een amv in het land van herkomst achterblijft, moet een toestemmingsverklaring van de achterblijvende ouder worden overgelegd.

Houder asielvergunning

Nareis is alleen mogelijk als je cliënt in het bezit is van een asielvergunning. In de Gezinsherenigingsrichtlijn zijn gunstiger voorwaarden neergelegd voor vluchtelingen. In de Nederlandse situatie gelden deze gunstiger voorwaarden voor houders van een verblijfsvergunning op grond van artikel 29 a en b Vw.

Gezinsleden die in aanmerking komen voor nareis

De gezinsleden die in aanmerking komen voor gezinshereniging onder nareis zijn:

  • De echtgeno(o)t(e) en minderjarige kinderen van de houder van de houder van de asielvergunning vbt-asiel (art. 29 lid 2 onder a Vw).
  • De (ongehuwde) partner en de meerderjarige afhankelijke kinderen (art. 29 lid 2 onder b Vw).
  • De ouders van een alleenstaande minderjarige vreemdeling (artikel 29 lid 2 onder c Vw).

Soms is het verstandig dat het nareizende gezinslid zelfstandig asiel aanvraagt. Denk hierbij aan gevallen waarin de houder van de afgeleide status zelf een beroep op nareis wil doen of de relatie met de referent in de toekomst verbroken zou (kunnen) worden of in het geval de nareiziger de enige ouder is van je minderjarige cliënt die toegang kreeg in Nederland en de wens bestaat ook te herenigen met de andere ouder.

Wijs je cliënt erop dat het indienen van een zelfstandige asielaanvraag door een familielid gevolgen kan hebben voor het verblijfsrecht als de verklaringen tegenstrijdig blijken te zijn.

Attendeer je cliënten erop dat gezinshereniging volgens de nationale regelgeving met name bedoeld is voor het kerngezin. Aanvragen voor familieleden uit de extended family (oma’s, opa’s, ouders van meerderjarige cliënten) komen niet gemakkelijk voor inwilliging in aanmerking en procedures hierover kunnen lang duren met een onzekere uitkomst.

Is er de wens te herenigen met andere familieleden zoals broer(s) en/of zus(sen) die niet kunnen worden beschouwd als pleegkinderen of met (oude) ouders (bij een meerderjarige of jongvolwassen asielstatushouder), dan kan er alleen nog een beroep gedaan worden op het recht op gezinsleven neergelegd in artikel 8 EVRM.

Termijn

Het is belangrijk je cliënt erop te wijzen altijd binnen drie maanden na verlening van de asielvergunning een aanvraag in te dienen voor een verblijfsvergunning op grond van nareis, ook als hij even geen contact heeft met zijn gezinsleden of niet weet waar zij verblijven. Zo wordt namelijk de termijn veiliggesteld, ook al wordt hij afgewezen.

Als je cliënt de nareistermijn ongebruikt laat verlopen en die overschrijding niet verschoonbaar is, dan moet er alsnog een reguliere aanvraag worden ingediend (zie paragraaf 3). Dit geldt altijd voor gezinsleden die niet worden genoemd in artikel 29 lid 2 Vw of bij gezinsleven dat nog niet bestond voor het moment van binnenkomst van cliënt (gezinsvorming).

De aanvraag nareis (een mvv- aanvraag voor inreis in Nederland) wordt in het algemeen door de cliënt zelf gedaan; de hulp van Vluchtelingenwerk Nederland of NIDOS (in geval van minderjarigen) is daarvoor in het algemeen onontbeerlijk. Als advocaat word je meestal pas weer ingeschakeld indien deze aanvraag is afgewezen of wanneer er langdurig niet op wordt beslist.

Identiteit en familierechtelijke relatie

Wat betreft de bewijslast is in artikel 11 van de Gezinsherenigingsrichtlijn opgenomen dat een aanvraag niet alleen mag worden afgewezen vanwege het ontbreken van documenten. Er moet er altijd een individuele toets plaatsvinden. Dit blijkt onder meer uit het arrest van het HvJ E. tegen Nederland van 13 maart 2019.[2] Uit dit arrest volgt dat verweerder in zijn besluitvorming rekening moet houden met de algemene situatie in het land van herkomst, de concrete situatie van referent en zijn familieleden na de vlucht van referent uit zijn land van herkomst, de leeftijd van referent en het hogere belang van het kind. De Afdeling heeft de implicaties van dit arrest in Eritrese zaken uitgelegd in een uitspraak van 26 januari 2022.[3]

Wijs je cliënt daarom in een vroeg stadium op de noodzaak van documenten voor gezinshereniging (paspoorten, geboorteakten, huwelijksakte, familieboekje); er gaat vaak veel tijd gepaard met het verzamelen van die documenten. Het is per land verschillend welke documenten beschikbaar zijn en door de IND worden geaccepteerd en dus is het van belang je daarin te verdiepen. In geval van ongeletterde cliënten is het handig een lijstje mee te geven met pictogrammen van documenten. Op Vluchtweb kun je een lijst vinden van pictogrammen voor bijv. Eritrese documenten, met vertaling van de genoemde documenten in het Tigrinya.[4]

Controle op persoonsgegevens

Voor een aanvraag gezinshereniging moeten de namen, geboortedata en -plaatsen en nationaliteit van de familieleden al in de asielprocedure worden gecontroleerd. Wees dus scherp op nationaliteit, geboortedata, plaatsen en gezinssituaties in de gehoren. Zo wordt bijvoorbeeld niet altijd het woord pleegkind goed begrepen of vertaald, dus omschrijf dit begrip en vraag je cliënt bijvoorbeeld of hij zorgt voor andere kinderen naast zijn biologische kinderen. Wees je ervan bewust dat cliënten niet altijd werkelijk een idee hebben van leeftijd of geboorteplaats etc. van hun ouders broers/zussen en zich soms verliezen in of laten verleiden tot schattingen. Maak hierover een opmerking bij de correcties en aanvullingen zodat het niet in de latere gezinsherenigingsprocedure voor problemen kan zorgen.

Vraag na of cliënt zich in een derde land heeft geregistreerd bij de UNHCR en welke identiteitsgegevens daar zijn opgegeven. Je kunt bij de UNHCR navraag doen naar de registratie en deze eventueel in de (asiel- of nareis) procedure gebruiken. Wijs je cliënt -indien nodig- ook op de mogelijkheid om met hulp van het Rode Kruis familieleden in het land van herkomst op te sporen.

Besteed bij de voorbereiding en nabespreking van de gehoren genoeg aandacht aan de achterblijvende ouder: is er nog contact en zo nee, waarom niet? De IND zal in een nareisprocedure van een minderjarig kind vragen om een toestemmingsverklaring van de achterblijvende ouder. Het is van belang dat het al in het asielgehoor komt vast te liggen wanneer deze ouder bijvoorbeeld nooit een rol speelde in de opvoeding, het contact verbroken is of dat het zelfs gevaarlijk zou zijn contact met deze ouder op te nemen.

Houd in je achterhoofd dat de IND voor het bestaan van de gezinsband (met wie woonde de amv en van wanneer tot wanneer) ook vaak teruggrijpt op de asielgehoren en informatie hieruit tegen kan werpen.

Kijk ook of zich familieleden in Nederland bevinden met wie mogelijk gezinshereniging of afgeleid verblijfsrecht kan worden aangevraagd. Wees hierbij ook scherp op familieleden uit de EU of Nederlandse kinderen op grond waarvan wellicht verblijf op grond van het EU-recht kan worden verkregen; het komt voor dat derdelanders met Nederlandse kinderen in Nederland asiel vragen.

LHBTIQ+ en nareis

Wees je ervan bewust dat als je cliënt behoort tot de groep LHBTIQ+ nareis / gezinshereniging met partner soms ook mogelijk is, ook indien niet eerder is samengewoond. Wijs je cliënt hierop omdat die zich hier vaak niet van bewust is vanwege cultuur/discriminatie in het land van herkomst.

Toestemmingsverklaring

Wanneer de ouder van een minderjarig kind in het land van herkomst achterblijft, zal deze ouder schriftelijk toestemming moeten geven voor de gezinshereniging. Dit is alleen anders wanneer aangetoond kan worden dat deze ouder geen gezag meer heeft. Het is belangrijk de cliënt en achterblijvende ouder erop te wijzen dat er bij de toestemmingsverklaring een identiteitsdocument moet worden gevoegd met daarop een handtekening. In geval van bewijsnood wordt de achterblijvende ouder door de IND soms een dna-onderzoek aangeboden.

10.2 Nareisprocedure10.2.2 Bescherming gezinsleven ex artikel 8 EVRM
  • Proces

    • 1. De asielprocedure uitgelegd
      • 1.1 Soorten procedures
        • 1.1.1 Dublin (Spoor 1)
        • 1.1.2 Veilig land (Spoor 2)
        • 1.1.3 De Algemene Asielprocedure (Spoor 4)
        • 1.1.4 De verschillen tussen de procedures
      • 1.2 Koppelen van de asielaanvraag aan de advocaat
        • 1.2.1 Distributie via RvR
        • 1.2.2 Distributie met machtiging van de cliënt
      • 1.3 Voorbereiden behandeling asielaanvraag
        • 1.3.1 Uitnodigen eerste gesprek
        • 1.3.2 Het eerste gesprek: de kennismaking
        • 1.3.3 Onderbouwen asielrelaas
        • 1.3.4 Voorbereiden op het nader gehoor
      • 1.4 Nabespreken van het nader gehoor
        • 1.4.1 Voorbereiding van het gesprek
        • 1.4.2 Check beleid en landeninformatie
        • 1.4.3 Bespreken van het gehoor met de cliënt
        • 1.4.4 Opstellen correcties en aanvullingen
      • 1.5 Voornemen en zienswijze
        • 1.5.1 Voorbereiding gesprek voornemen met cliënt
        • 1.5.2 Bespreken voornemen
        • 1.5.3 Opstellen zienswijze
      • 1.6 Verlengde Asielprocedure
        • 1.6.1 Aanvullend horen in de VA
        • 1.6.2 Niet aanvullend horen in de VA
      • 1.7 De beschikking
        • 1.7.1 Inwilliging asielaanvraag
        • 1.7.2 Afwijzing asielaanvraag
      • 1.8 Doen - Niet doen
    • 2. De Dublinprocedure
      • 2.1 Overnameverzoek
        • 2.1.1 Rangordecriteria
        • 2.1.2 Termijnen
      • 2.2 Terugnameverzoek
        • 2.2.1 Rangordecriteria
        • 2.2.2 Termijnen
      • 2.3. Afspraak met je cliënt
      • 2.4 Bijzondere omstandigheden
        • 2.4.1 Interstatelijk vertrouwensbeginsel
        • 2.4.2 Gezinsleden
        • 2.4.3 Familieleden
        • 2.4.4 Humanitaire gronden
      • 2.5 Bewijsmateriaal
        • 2.5.1 Check informatie
        • 2.5.2 Landeninformatie
        • 2.5.3 Bewijs medische of andere humanitaire omstandigheden
        • 2.5.4 Jurisprudentie
      • 2.6 Besluitvorming
        • 2.6.1 Bespreken aanmeldgehoor en voornemen
        • 2.6.2 Zienswijze indienen
        • 2.6.3 Beschikking en rechtsmiddelen
        • 2.6.4 Uitspraak rechtbank
        • 2.6.5 Hoger beroep
      • 2.7 Overdracht en met onbekende bestemming (MOB)
        • 2.7.1 Overdrachtstermijn en verlenging van de overdrachtstermijn
        • 2.7.2 Bezwaar feitelijke overdracht
      • 2.8 Doen - Niet doen
    • 3. Opvolgende aanvraag
      • 3.1 De intake
      • 3.2 Model M35-O invullen
      • 3.3 Indienen opvolgende asielaanvraag
        • 3.3.1 Screening Model M35-O door IND
      • 3.4 Voorbereiding op het gehoor opvolgende aanvraag
      • 3.5 Nabespreking van het gehoor opvolgende aanvraag
      • 3.6 Reactie naar de IND
      • 3.7 Gevolgen indiening opvolgende aanvraag
      • 3.8 Beschikking en rechtsmiddelen
        • 3.8.1 Beroep
        • 3.8.2 Uitspraak rechtbank en hoger beroep
      • 3.9 Nazorg
      • 3.10 Doen - Niet doen
    • 4. Beroep en vovo
      • 4.1 Vergaren stukken (het besluit)
        • 4.1.1 Termijnen
        • 4.1.2 Instellen rechtsmiddel
        • 4.1.3 Termijnoverschrijding
        • 4.1.4 Afspraak met cliënt
        • 4.1.5 Aanvullend contact met cliënt
      • 4.2 Beroep - vovo
        • 4.2.1 Digitaal of schriftelijk procederen
        • 4.2.2 Indienen rechtsmiddelen
        • 4.2.3 Procesdossier
        • 4.2.4 Contact met de rechtbank
        • 4.2.5 Dictum afwijzende beschikking: afdoeningsmodaliteiten
        • 4.2.6 Dictum: intrekken - niet-verlengen van de vergunning
      • 4.3 Gronden beroep
        • 4.3.1 Vorm beroepschrift
        • 4.3.2 Inhoud beroepschrift
        • 4.3.3 Rechterlijke toets
        • 4.3.4 Nieuwe ontwikkelingen hangende beroep en goede procesorde
        • 4.3.5 Spoedeisend belang
      • 4.4 Verweerschrift
        • 4.4.1 Analyse van de zaak
        • 4.4.2 Vervolgstappen na verweerschrift
      • 4.5 De rechtbankzitting
        • 4.5.1 Nieuwe zaakbehandeling
        • 4.5.2 Incidenten ter zitting
      • 4.6 Uitspraak rechtbank
      • 4.7 Bijzondere situaties
        • 4.7.1 Artikel 8:29 Awb
        • 4.7.2 Vovo vliegtuigtrap
      • 4.8 Nazorg
      • 4.9 Doen - Niet doen
    • 5. Hoger beroep en vovo
      • 5.1 Rechtsmiddel hoger beroep
        • 5.1.1 Stappenplan afweging hoger beroep
        • 5.1.2 Termijnen
        • 5.1.3 Termijnoverschrijding
        • 5.1.4 Afspraak met cliënt
        • 5.1.5 Procesaspecten
          • Standaardmodel hoger beroepschrift
      • 5.2 Grieven
        • 5.2.1 Vervolgstappen na indienen grieven
        • 5.2.2 Verweer in hoger beroep
      • 5.3 Zitting
      • 5.4 Uitspraak Raad van State
      • 5.5 Nazorg
      • 5.6 Doen - Niet doen
    • 6. Internationale rechtsmiddelen
      • 6.1 Hof van Justitie van de Europese Unie
        • 6.1.1 Prejudiciële vragen
        • 6.1.2 Rechter mag en moet vragen stellen
      • 6.2 Jurisprudentieonderzoek
      • 6.3 Opstellen van prejudiciële vragen
        • 6.3.1 Toelichting bij prejudiciële vragen
        • 6.3.2 Afstemmen formulering prejudiciële vragen
        • 6.3.3 Externe ondersteuning
      • 6.4 Verloop van de procedure bij het HvJEU
        • 6.4.1 Schriftelijke behandeling
        • 6.4.2 Mondelinge behandeling
      • 6.5 Uitspraak van het HvJEU
        • 6.5.1 Vervolg uitspraak Hof voor nationale procedure
        • 6.5.2 Nazorg
      • 6.6 Europees Hof voor de Rechten van de Mens
        • 6.6.1 Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM)
        • 6.6.2 Analyse ontvankelijkheid
        • 6.6.3 Start procedure
        • 6.6.4 Opstellen feitenrelaas
        • 6.6.5 Opstellen toelichting schendingen
        • 6.6.6 Uitputting nationale rechtsmiddelen
        • 6.6.7 Checklist formele vereisten
        • 6.6.8 Bespreken proces met cliënt
        • 6.6.9 Contact met procespartijen
        • 6.6.10 Opstellen friendly settlement
        • 6.6.11 Repliek-dupliek
        • 6.6.12 Uitspraak
      • 6.7 VN-comités
        • 6.7.1 Vereisten klacht bij de comités
        • 6.7.2 Behandeling van de klacht
        • 6.7.3 Analyse keuze juridisch forum
      • 6.8 Doen - Niet doen
  • Thema's

    • 7. 1F Vluchtelingenverdrag
      • 7.1 Dossieranalyse 1F indicaties
        • 7.1.1 Artikel 1F onder a, b en c
        • 7.1.2 ‘Personal and knowing participation-test’
        • 7.1.3 ‘Knowing participation'
        • 7.1.4 Vrijwaringsgronden
      • 7.2 Afspraak cliënt
        • 7.2.1 Bespreken analyse dossier
        • 7.2.2 Bespreken relaas cliënt / voorbereiding op het nader gehoor
        • 7.2.3 Nader onderbouwen rol van de cliënt
      • 7.3 Verwijzing naar 1F-unit
        • 7.3.1 Onderzoek 1F-unit
        • 7.3.2 Aanvullend gehoor artikel 1F
        • 7.3.3 Nabespreking (aanvullend) 1F-gehoor
      • 7.4 Voornemen artikel 1F
        • 7.4.1 Beoordelen onderdelen van het voornemen
        • 7.4.2 Zienswijze
      • 7.5 Beschikking en rechtsmiddelen
        • 7.5.1 Bespreken beschikking en rechtsmiddelen
        • 7.5.2 Specifieke aspecten artikel 1F en beroep
      • 7.6 Hoger beroep
      • 7.7 Artikel 1F vs artikel 3 EVRM na rechtsmiddelen
        • 7.7.1 Beleid artikel 1F en terugkeer
        • 7.7.2 Duurzaam uitzetbeletsel artikel 3 EVRM
      • 7.8 Europees inreisverbod
        • 7.8.1 Termijnen van inreisverbod en voorwaarden
        • 7.8.2 Bespreken argumentatie inreisverboden
        • 7.8.3 Zienswijze
        • 7.8.4 Beschikking en rechtsmiddel
      • 7.9 Ongewenstverklaring
        • 7.9.1 Bespreken voornemen en gevolgen ongewenstverklaring
        • 7.9.2 Zienswijze
        • 7.9.3 Beschikking en rechtsmiddel
      • 7.10 Opvolgende aanvraag
      • 7.11 Doen - Niet doen
    • 8. De alleenstaande minderjarige
      • 8.1 Definities
        • 8.1.1 Alleenstaande minderjarige vreemdeling
        • 8.1.2 Begeleide minderjarige
        • 8.1.3 Oordeel en gevolg van leeftijdbepaling
      • 8.2 Nidos
        • 8.2.1 Rol van Nidos in de asielprocedure
        • 8.2.2 Rol Nidos na meerderjarigheid(soordeel)
      • 8.3 Leeftijdregistratie
        • 8.3.1 Procedure schouw
        • 8.3.2 Registratie en informatie uit andere EU-lidstaten
        • 8.3.3 Leeftijdsonderzoek
        • 8.3.4 Voordeel van de twijfel
      • 8.4 Juridisch kader van de asielprocedure bij minderjarigheid
        • 8.4.1 Referentiekader kinderen
        • 8.4.2 Belang van het kind
      • 8.5 In gesprek met de minderjarige cliënt
        • 8.5.1 Bespreken uitkomst schouw/leeftijdsonderzoek
        • 8.5.2 Leeftijd gerelateerde uitleg procedure
        • 8.5.3 Bespreken nader gehoor/voornemen
      • 8.6 Minderjarigheid en Dublinprocedure
      • 8.7 Buitenschuldbeleid
        • 8.7.1 Adequate opvang
        • 8.7.2 Belang van het kind
      • 8.8 Doen - Niet doen
    • 9. Medische aspecten in asiel
      • 9.1 Medische klachten in de asielprocedure
        • 9.1.1 Behandeling land van herkomst
        • 9.1.2 Rol Geneeskundige Zorg Asielzoekers (GZA)
        • 9.1.3 Direct melden medische aspecten
      • 9.2 Medisch advies voor horen en beslissen
        • 9.2.1 Doel medisch advies
        • 9.2.2 Advies en onderliggende stukken
        • 9.2.3 Rol medisch advies
        • 9.2.4 Verzoek om een nieuw medisch advies
        • 9.2.5 Contra-expertise
      • 9.3 Forensisch medisch onderzoek
        • 9.3.1 Forensisch medisch onderzoek IND
        • 9.3.2 Start forensisch medisch onderzoek
        • 9.3.3 Afwijzen forensisch medisch onderzoek
        • 9.3.4 Forensisch medisch onderzoek advocaat
        • 9.3.5 Waarde forensisch medisch onderzoek
      • 9.4 Artikel 64 Vw
        • 9.4.1 Ambtshalve toets artikel 64 Vw eerste asielaanvraag
        • 9.4.2 BMA-advies asielprocedure
      • 9.5 Doen - Niet doen
    • 10. Gezinshereniging: nareis en artikel 8 EVRM
      • 10.1 Beleid voor nareis en artikel 8 EVRM in het kort
      • 10.2 Nareisprocedure
        • 10.2.1 Voorwaarden nareis
        • 10.2.2 Bescherming gezinsleven ex artikel 8 EVRM
        • 10.2.3 Belangenafweging
      • 10.3 Ambtshalve toets artikel 8 EVRM in asielzaken
      • 10.4 Aparte reguliere aanvraag artikel 8 EVRM
      • 10.5 De nareisvergunning en rechtsgevolgen
        • 10.5.1 Afwijzen van de nareisvergunning
        • 10.5.2 Rechtsmiddelen
      • 10.6 Doen - Niet doen
    • 11. Mensenhandel en uitbuiting
      • 11.1 Beleid voor mensenhandel en uitbuiting
      • 11.2 Voorwaarden
        • 11.2.1 Voorwaarden algemeen
        • 11.2.2 Voorwaarden cliënten in de Dublinprocedure
      • 11.3 Aanvraag verblijfsvergunning mensenhandel
        • 11.3.1 Asielrelaas cliënt
        • 11.3.2 Verlenen en verlengen van de vergunning
        • 11.3.3 Afwijzen en intrekken van de vergunning
      • 11.4 Rechtsmiddelen
      • 11.5 Doen - Niet doen
    • 12. Buitenschuldvergunning
      • 12.1 Buitenschuldvergunning in het kort
      • 12.2 Voorwaarden
        • 12.2.1 Cliënt kan niet vertrekken
        • 12.2.2 Cliënt kan om medische redenen blijvend niet reizen
        • 12.2.3 Cliënt is minderjarig
      • 12.3 De buitenschuldprocedure
        • 12.3.1 Asielrelaas cliënt
        • 12.3.2 Verlenen van de vergunning
        • 12.3.3 Afwijzen van de vergunning
      • 12.4 Rechtsmiddelen
      • 12.5 Doen - Niet doen
    • 13. Bronnen onderbouwen asielrelaas
      • 13.1 Categorieën bronnen
        • 13.1.1 Identificerende documenten
        • 13.1.2 Asielinhoudelijke bronnen
      • 13.2 Landeninformatie
      • 13.3 Medische documentatie
      • 13.4 Verklaringen van derden
      • 13.5 Contacten met organisaties
      • 13.6 Beleidstukken
      • 13.7 Jurisprudentie
      • 13.8 Gebruik van inhoudelijke bronnen
      • 13.9 Onderzoek KMar en Bureau Documenten
        • 13.9.1 Onderzoek KMar en Bureau Documenten
        • 13.9.2 Gebruik landeninformatie
        • 13.9.3 Rol VWN
        • 13.9.4 Contra-expertise
      • 13.10 Taalanalyse
        • 13.10.1 Taalindicatie
        • 13.10.2 Taalanalyse
      • 13.11 Gebruik van juridische bronnen
      • 13.12 Nieuwsbrieven
      • 13.13 Doen - Niet doen
    • 14. Verkrijgen en behoud van de verblijfsvergunning asiel
      • 14.1 Verkrijgen van een verblijfsvergunning
        • 14.1.1 Verblijfsgrond en status vergunning
        • 14.1.2 Uitleg aan je cliënt
      • 14.2 Afwijzen verlengen of intrekken van de verblijfsvergunning
        • 14.2.1 Vervallen van de verleningsgrond
        • 14.2.2 Verstrekken onjuiste gegevens
        • 14.2.3 Gevaar voor openbare orde
        • 14.2.4 Verplaatsing hoofdverblijf
      • 14.3 Inburgeren en naturalisatie
      • 14.4 Doen - Niet doen
    • 15. Terugkeerbesluit, vreemdelingenbewaring en vertrek
      • 15.1 Terugkeerbesluit
        • 15.1.1 Eisen terugkeerbesluit
        • 15.1.2 Terugkeerbesluit minderjarige
        • 15.1.3 Rechtsmiddelen
      • 15.2 Vertrek
        • 15.2.1 Vertrektermijn
        • 15.2.2 Vertrekproces
        • 15.2.3 Rechtsmiddelen
      • 15.3 Vreemdelingenbewaring
        • 15.3.1 Staandehouding
        • 15.3.2 Ophouding
        • 15.3.3 Bewaringsmaatregel
        • 15.3.4 Beroep en vervolgberoep bewaring
      • 15.4 Doen - Niet doen
    • 16. Moratoria en Richtlijn Tijdelijke Bescherming
      • 16.1 Beleid besluitmoratorium en termijnen
      • 16.2 Beleid vertrekmoratorium en termijnen
      • 16.3 Asielaanvraag op basis van moratoriabeleid
      • 16.4 Rechtsmiddelen
    • 17. Overschrijden termijnen, dwangsom en verjaring
      • 17.1 Beslistermijn en ingebrekestelling
        • 17.1.1 Aanvraag en opvolgende aanvraag
        • 17.1.2 Moratorium
        • 17.1.3 Dublin
        • 17.1.4 Na gegrond beroep
      • 17.2 Dwangsommen
        • 17.2.1 Ingebrekestelling
        • 17.2.2 Beroep niet tijdig beslissen
      • 17.3 Uitbetaling dwangsom
      • 17.4 Verjaring en stuiting
      • 17.5 Doen - Niet doen
    • 18. Tolken en vertaling
      • 18.1 Eisen voor de inzet van een tolk
        • 18.1.1 Wet beëdigde tolken en vertalers
        • 18.1.2 Afnameplicht
        • 18.1.3 Uitwijklijst
        • 18.1.4 Selectie/reservering van de tolk
      • 18.2 Inzet tolk voor het gesprek met de cliënt
        • 18.2.1 Selectie tolk
        • 18.2.2 Aandachtspunten voor het communiceren via een tolk
      • 18.3 Tolkdienst bij de rechtbank
      • 18.4 Vertaling stukken
        • 18.4.1 Aanvragen vertaling
        • 18.4.2 Controle op de vertaling
      • 18.5 Doen - Niet doen
    • 19. Second opinion
      • 19.1 Uitgangspunten second opinion
        • 19.1.1 Definitie
        • 19.1.2 Belang
        • 19.1.3 Afzien van verdere rechtsbijstand
        • 19.1.4 Opstellen verzoek voor second opinion
      • 19.2 Verrichten second opinion
      • 19.3 Doen - Niet doen
    • 20. Opvang COA
      • 20.1 Recht op opvang en voorzieningen
      • 20.2 Rol van COA
      • 20.3 Rechten en plichten
      • 20.4 Varianten opvang
        • 20.4.1 Tijdens asielprocedure
        • 20.4.2 Opvang tijdens opvolgende aanvragen en (hoger) beroep
        • 20.4.3 Tijdens uitzetfase
        • 20.4.4 Na inwilliging aanvraag
      • 20.5 Soorten opvang
        • 20.5.1 Voorafgaand aan de procedure
        • 20.5.2 Tijdens de procedure
        • 20.5.3 Na de procedure: inwilliging van de aanvraag
        • 20.5.4 Na de procedure: afwijzing van de aanvraag
      • 20.6 Medische zorg
      • 20.7 Registratie in BRP en het BSN
    • 21. Klachten
      • 21.1 Een klacht indienen
        • 21.1.1 Gevallen waarin je een klacht indient
        • 21.1.2 Indieningsmoment van een klacht
        • 21.1.3 Personen of instanties tegen wie je een klacht indient
        • 21.1.4 Overzicht klachteninstanties
        • 21.1.5 Formulering van een klacht
        • 21.1.6 Redenen om te klagen
      • 21.2 Klacht tegen een andere advocaat
      • 21.3 Redenen om een klacht in te dienen
      • 21.4 Klachtprocedure bij een bestuursorgaan
      • 21.5 Klachtwaardig gedrag van tolken
      • 21.6 Procesverloop klacht
      • 21.7 Klachtprocedure bij de Nationale ombudsman
        • 21.7.1 Vereisten
        • 21.7.2 Indienen van de klacht
        • 21.7.3 Verloop procedure
      • 21.8 Zelf een klacht krijgen
        • 21.8.1 Afhandeling van een interne of onofficiële klacht
        • 21.8.2 Afhandeling van een officiële klacht
        • 21.8.3 Rechtsmiddelen
      • 21.9 Doen - Niet doen
  • 22. Totaaloverzicht Doen - Niet Doen

Vragen? Suggesties?

Heeft u vragen over de Best Practices Leidraad of heeft u iets toe te voegen? Wij horen graag van u.

Contact
Best Practices Leidraad voor asieladvocaten (naar homepage)
  • Home
  • Over deze leidraad
  • Contact
  • Toegankelijkheid

Arrest Hof van Justitie d.d. 13 maart 2019, in de zaak C‑635/17, ECLI:NL:EU:C:2019:192

ABRvS 26-01-2022, ECLI:NL:RVS:2022:245

https://www.vluchtweb.nl/system/files/Vluchtweb/documents/lijst%20Eritrese%20bewijs%20documenten%20met%20tekeningen%20en%20vertaling.docx.pdf