Ga naar de inhoud
Best Practices Leidraad voor asieladvocaten (naar homepage)

3.1 De intake

De voorbereiding op het eerste gesprek met je cliënt is erg belangrijk. Voordat er een gesprek plaatsvindt met je cliënt, moet je de beschikking hebben over het dossier of de dossiers van de vorige asielprocedure(s). Een eerste gesprek met je cliënt is pas zinvol als je deze stukken hebt ontvangen en bestudeerd.

In het intakegesprek moet je vervolgens vaststellen of een opvolgende asielaanvraag op basis van nieuwe feiten en omstandigheden zinvol is. Ook moet je beoordelen of, bijvoorbeeld door nieuwe juridische ontwikkelingen, herziening van de beslissing van de Immigratie-en Naturalisatiedienst (IND) in de vorige asielprocedure kans van slagen heeft.

Houd voor ogen dat er geen sprake is van een ‘fresh start’ en dat de redenen van afwijzing van de vorige asielaanvraag nog steeds relevant kunnen zijn, tenzij de cliënt met een compleet nieuw asielmotief komt in vergelijking tot de vorige procedure(s). De nieuwe feiten en omstandigheden zullen namelijk in onderlinge samenhang met de redenen van afwijzing van de vorige asielaanvraag beoordeeld worden door de IND.[2]

Bij het intakegesprek moet de aandacht met name gericht zijn op nieuwe feiten en omstandigheden. Het is aan te raden om een verslag te maken van het gesprek met de cliënt, liefst zo nauwkeurig mogelijk. Dit kan namelijk van pas komen als je de introductiebrief gaat schrijven. Aan de hand van het verhaal van je cliënt moet het duidelijk zijn dat de opvolgende asielaanvraag aan de hand van regelgeving en rechtspraak kans van slagen heeft. Een opvolgende asielaanvraag kan overigens ook zijn gebaseerd op feiten en omstandigheden die in de vorige procedure wel aanwezig waren maar nog niet aan de orde zijn gesteld.[3]

Tijdens het intakegesprek kun je ook afspraken maken over wie met jou communiceert. Het heeft de voorkeur dat er één contactpersoon is. Voorkom dat je door meerdere personen over dezelfde kwestie wordt benaderd.
Het is belangrijk -in het kader van verwachtingenmanagement- dat al in het intakegesprek de duur van de beslistermijnen duidelijk wordt besproken.[4]
Ook de medische situatie van de cliënt zal besproken moeten worden. Het kan soms nuttig zijn om bij de IND aan te dringen op een nieuw Medifirst onderzoek.

Opvolgende asielaanvragen gaan vaak over politieke kwesties, kwesties rondom seksuele gerichtheid of geloofskwesties. Het is belangrijk de asielaanvraag goed wordt onderbouwd met stukken. Bij een opvolgende asielaanvraag op basis van verdieping van het geloof kan een verslag van de Commissie Geloofsgesprekken van PKN[5], een verslag van Stichting Gave of een verslag van een dominee een goede onderbouwing zijn van deze geloofsverdieping. Een dergelijk verslag moet wel enige diepgang hebben over de geloofsintensivering, wil het kunnen bijdragen aan de opvolgende asielaanvraag.[6]
Als er documenten worden bijgevoegd die niet in de Nederlandse taal zijn opgesteld, dan moeten deze worden vertaald.

Je zult een inschatting moeten maken van de tijd die rechtshulp voor de opvolgende asielaanvraag zal kosten. Gelet op de beperkte vergoeding voor een toevoeging bij afwijzing van de opvolgende asielaanvraag (de ‘no cure less fee systematiek’ bij opvolgende asielaanvragen)[7] is het goed voorstelbaar dat je een dergelijke zaak niet aanneemt of alleen indien de cliënt betaalt. Leg deze afspraak ook schriftelijk vast.[8]Het komt ook voor dat de advocaat een vergoeding vraagt voor het intakegesprek en de voorbereiding op het intakegesprek van de cliënt. Ook dan moeten de gedragsregels van de advocatuur worden opgevolgd.

Een minder vaak voorkomende omstandigheid om een opvolgende asielaanvraag in te dienen is bij een wijziging van het recht. Een wijziging van een beleidsregel kan ook als een wijziging van het recht worden aangemerkt.[9]Onder wijziging van recht valt ook de situatie dat de beslissing in de vorige procedure in strijd was met het Unierecht en in elk geval wanneer deze strijdigheid voortvloeit uit een arrest van het Hof van Justitie EU.[10]

Een bijzondere reden voor een opvolgende asielaanvraag die alleen toepasselijk bij geloofskwesties, is de volgende. Wanneer het tweede element ‘kennis’ en het derde element ‘geloofspraktijk’ bij de voorgaande asielaanvra(a)g(en) niet kenbaar gemotiveerd zijn kan een opvolgende asielaanvraag worden ingediend.[11]

Als wat de cliënt heeft aangevoerd en overgelegd leidt tot een onmiskenbare schending van artikel 3 EVRM,[12] dan geldt mogelijk de ‘Bahaddar exceptie’. Deze exceptie houdt in dat de bestuursrechter een nationale procedureregel buiten toepassing moet laten als uit het dossier onmiskenbaar blijkt dat een vreemdeling bij uitzetting wordt onderworpen aan behandeling in strijd met artikel 3 van het EVRM. In zo'n geval schorst de bestuursrechter de voorgenomen uitzetting van die vreemdeling. Deze situatie zal zich echter niet snel voordoen, omdat de drempel voor een geslaagd beroep op artikel 3 van het EVRM hoog is.[13]
Ga ook na of er (inmiddels) andere mogelijkheden voor je cliënt zijn om rechtmatig verblijf in Nederland te bewerkstelligen.[14]

Je zult altijd de risico’s van het indienen van een opvolgende aanvraag moeten beoordelen. Als de opvolgende asielaanvraag wordt afgewezen dan zal er meestal meteen een (licht) inreisverbod worden opgelegd. De cliënt heeft immers al bij een eerdere afwijzende beslissing een terugkeerbesluit gekregen en heeft niet voldaan aan het terugkeerbesluit.[15] Dit houdt ook in een signalering in het Schengeninformatiesysteem (SIS)[16] en een publicatie in de Staatscourant.[17]Ook kan er zelfs een risico bestaan op vreemdelingenbewaring. Wanneer dergelijke risico’s bestaan, dan bespreek je deze met je cliënt.

Een aparte kwestie is wanneer de advocaat tot de bevinding komt dat de cliënt met de opvolgende asielaanvraag alleen opvang door het COA wil bewerkstelligen. De ABRvS heeft immers op 28 juni 2018 bepaald dat indienen van een opvolgende asielaanvraag automatisch betekent dat de cliënt recht heeft op opvang[18]; eerder dacht het COA hier anders over. De vraag rijst of, wanneer de advocaat hieraan bewust meewerkt, de advocaat klachtwaardig bezig is. De advocaat moet in zo’n geval in het belang van de cliënt beoordelen of het meewerken aan deze opvolgende aanvraag in overeenstemming is met de gedragsregels.

De onderling gemaakte afspraken moeten schriftelijk worden bevestigd.[19] Zeker omdat de aanvraagprocedure vaak heel lang duurt, is het belangrijk om af te spreken hoe partijen elkaar op de hoogte houden van nieuwe ontwikkelingen.

3. Opvolgende aanvraag3.2 Model M35-O invullen
  • Proces

    • 1. De asielprocedure uitgelegd
      • 1.1 Soorten procedures
        • 1.1.1 Dublin (Spoor 1)
        • 1.1.2 Veilig land (Spoor 2)
        • 1.1.3 De Algemene Asielprocedure (Spoor 4)
        • 1.1.4 De verschillen tussen de procedures
      • 1.2 Koppelen van de asielaanvraag aan de advocaat
        • 1.2.1 Distributie via RvR
        • 1.2.2 Distributie met machtiging van de cliënt
      • 1.3 Voorbereiden behandeling asielaanvraag
        • 1.3.1 Uitnodigen eerste gesprek
        • 1.3.2 Het eerste gesprek: de kennismaking
        • 1.3.3 Onderbouwen asielrelaas
        • 1.3.4 Voorbereiden op het nader gehoor
      • 1.4 Nabespreken van het nader gehoor
        • 1.4.1 Voorbereiding van het gesprek
        • 1.4.2 Check beleid en landeninformatie
        • 1.4.3 Bespreken van het gehoor met de cliënt
        • 1.4.4 Opstellen correcties en aanvullingen
      • 1.5 Voornemen en zienswijze
        • 1.5.1 Voorbereiding gesprek voornemen met cliënt
        • 1.5.2 Bespreken voornemen
        • 1.5.3 Opstellen zienswijze
      • 1.6 Verlengde Asielprocedure
        • 1.6.1 Aanvullend horen in de VA
        • 1.6.2 Niet aanvullend horen in de VA
      • 1.7 De beschikking
        • 1.7.1 Inwilliging asielaanvraag
        • 1.7.2 Afwijzing asielaanvraag
      • 1.8 Doen - Niet doen
    • 2. De Dublinprocedure
      • 2.1 Overnameverzoek
        • 2.1.1 Rangordecriteria
        • 2.1.2 Termijnen
      • 2.2 Terugnameverzoek
        • 2.2.1 Rangordecriteria
        • 2.2.2 Termijnen
      • 2.3. Afspraak met je cliënt
      • 2.4 Bijzondere omstandigheden
        • 2.4.1 Interstatelijk vertrouwensbeginsel
        • 2.4.2 Gezinsleden
        • 2.4.3 Familieleden
        • 2.4.4 Humanitaire gronden
      • 2.5 Bewijsmateriaal
        • 2.5.1 Check informatie
        • 2.5.2 Landeninformatie
        • 2.5.3 Bewijs medische of andere humanitaire omstandigheden
        • 2.5.4 Jurisprudentie
      • 2.6 Besluitvorming
        • 2.6.1 Bespreken aanmeldgehoor en voornemen
        • 2.6.2 Zienswijze indienen
        • 2.6.3 Beschikking en rechtsmiddelen
        • 2.6.4 Uitspraak rechtbank
        • 2.6.5 Hoger beroep
      • 2.7 Overdracht en met onbekende bestemming (MOB)
        • 2.7.1 Overdrachtstermijn en verlenging van de overdrachtstermijn
        • 2.7.2 Bezwaar feitelijke overdracht
      • 2.8 Doen - Niet doen
    • 3. Opvolgende aanvraag
      • 3.1 De intake
      • 3.2 Model M35-O invullen
      • 3.3 Indienen opvolgende asielaanvraag
        • 3.3.1 Screening Model M35-O door IND
      • 3.4 Voorbereiding op het gehoor opvolgende aanvraag
      • 3.5 Nabespreking van het gehoor opvolgende aanvraag
      • 3.6 Reactie naar de IND
      • 3.7 Gevolgen indiening opvolgende aanvraag
      • 3.8 Beschikking en rechtsmiddelen
        • 3.8.1 Beroep
        • 3.8.2 Uitspraak rechtbank en hoger beroep
      • 3.9 Nazorg
      • 3.10 Doen - Niet doen
    • 4. Beroep en vovo
      • 4.1 Vergaren stukken (het besluit)
        • 4.1.1 Termijnen
        • 4.1.2 Instellen rechtsmiddel
        • 4.1.3 Termijnoverschrijding
        • 4.1.4 Afspraak met cliënt
        • 4.1.5 Aanvullend contact met cliënt
      • 4.2 Beroep - vovo
        • 4.2.1 Digitaal of schriftelijk procederen
        • 4.2.2 Indienen rechtsmiddelen
        • 4.2.3 Procesdossier
        • 4.2.4 Contact met de rechtbank
        • 4.2.5 Dictum afwijzende beschikking: afdoeningsmodaliteiten
        • 4.2.6 Dictum: intrekken - niet-verlengen van de vergunning
      • 4.3 Gronden beroep
        • 4.3.1 Vorm beroepschrift
        • 4.3.2 Inhoud beroepschrift
        • 4.3.3 Rechterlijke toets
        • 4.3.4 Nieuwe ontwikkelingen hangende beroep en goede procesorde
        • 4.3.5 Spoedeisend belang
      • 4.4 Verweerschrift
        • 4.4.1 Analyse van de zaak
        • 4.4.2 Vervolgstappen na verweerschrift
      • 4.5 De rechtbankzitting
        • 4.5.1 Nieuwe zaakbehandeling
        • 4.5.2 Incidenten ter zitting
      • 4.6 Uitspraak rechtbank
      • 4.7 Bijzondere situaties
        • 4.7.1 Artikel 8:29 Awb
        • 4.7.2 Vovo vliegtuigtrap
      • 4.8 Nazorg
      • 4.9 Doen - Niet doen
    • 5. Hoger beroep en vovo
      • 5.1 Rechtsmiddel hoger beroep
        • 5.1.1 Stappenplan afweging hoger beroep
        • 5.1.2 Termijnen
        • 5.1.3 Termijnoverschrijding
        • 5.1.4 Afspraak met cliënt
        • 5.1.5 Procesaspecten
          • Standaardmodel hoger beroepschrift
      • 5.2 Grieven
        • 5.2.1 Vervolgstappen na indienen grieven
        • 5.2.2 Verweer in hoger beroep
      • 5.3 Zitting
      • 5.4 Uitspraak Raad van State
      • 5.5 Nazorg
      • 5.6 Doen - Niet doen
    • 6. Internationale rechtsmiddelen
      • 6.1 Hof van Justitie van de Europese Unie
        • 6.1.1 Prejudiciële vragen
        • 6.1.2 Rechter mag en moet vragen stellen
      • 6.2 Jurisprudentieonderzoek
      • 6.3 Opstellen van prejudiciële vragen
        • 6.3.1 Toelichting bij prejudiciële vragen
        • 6.3.2 Afstemmen formulering prejudiciële vragen
        • 6.3.3 Externe ondersteuning
      • 6.4 Verloop van de procedure bij het HvJEU
        • 6.4.1 Schriftelijke behandeling
        • 6.4.2 Mondelinge behandeling
      • 6.5 Uitspraak van het HvJEU
        • 6.5.1 Vervolg uitspraak Hof voor nationale procedure
        • 6.5.2 Nazorg
      • 6.6 Europees Hof voor de Rechten van de Mens
        • 6.6.1 Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM)
        • 6.6.2 Analyse ontvankelijkheid
        • 6.6.3 Start procedure
        • 6.6.4 Opstellen feitenrelaas
        • 6.6.5 Opstellen toelichting schendingen
        • 6.6.6 Uitputting nationale rechtsmiddelen
        • 6.6.7 Checklist formele vereisten
        • 6.6.8 Bespreken proces met cliënt
        • 6.6.9 Contact met procespartijen
        • 6.6.10 Opstellen friendly settlement
        • 6.6.11 Repliek-dupliek
        • 6.6.12 Uitspraak
      • 6.7 VN-comités
        • 6.7.1 Vereisten klacht bij de comités
        • 6.7.2 Behandeling van de klacht
        • 6.7.3 Analyse keuze juridisch forum
      • 6.8 Doen - Niet doen
  • Thema's

    • 7. 1F Vluchtelingenverdrag
      • 7.1 Dossieranalyse 1F indicaties
        • 7.1.1 Artikel 1F onder a, b en c
        • 7.1.2 ‘Personal and knowing participation-test’
        • 7.1.3 ‘Knowing participation'
        • 7.1.4 Vrijwaringsgronden
      • 7.2 Afspraak cliënt
        • 7.2.1 Bespreken analyse dossier
        • 7.2.2 Bespreken relaas cliënt / voorbereiding op het nader gehoor
        • 7.2.3 Nader onderbouwen rol van de cliënt
      • 7.3 Verwijzing naar 1F-unit
        • 7.3.1 Onderzoek 1F-unit
        • 7.3.2 Aanvullend gehoor artikel 1F
        • 7.3.3 Nabespreking (aanvullend) 1F-gehoor
      • 7.4 Voornemen artikel 1F
        • 7.4.1 Beoordelen onderdelen van het voornemen
        • 7.4.2 Zienswijze
      • 7.5 Beschikking en rechtsmiddelen
        • 7.5.1 Bespreken beschikking en rechtsmiddelen
        • 7.5.2 Specifieke aspecten artikel 1F en beroep
      • 7.6 Hoger beroep
      • 7.7 Artikel 1F vs artikel 3 EVRM na rechtsmiddelen
        • 7.7.1 Beleid artikel 1F en terugkeer
        • 7.7.2 Duurzaam uitzetbeletsel artikel 3 EVRM
      • 7.8 Europees inreisverbod
        • 7.8.1 Termijnen van inreisverbod en voorwaarden
        • 7.8.2 Bespreken argumentatie inreisverboden
        • 7.8.3 Zienswijze
        • 7.8.4 Beschikking en rechtsmiddel
      • 7.9 Ongewenstverklaring
        • 7.9.1 Bespreken voornemen en gevolgen ongewenstverklaring
        • 7.9.2 Zienswijze
        • 7.9.3 Beschikking en rechtsmiddel
      • 7.10 Opvolgende aanvraag
      • 7.11 Doen - Niet doen
    • 8. De alleenstaande minderjarige
      • 8.1 Definities
        • 8.1.1 Alleenstaande minderjarige vreemdeling
        • 8.1.2 Begeleide minderjarige
        • 8.1.3 Oordeel en gevolg van leeftijdbepaling
      • 8.2 Nidos
        • 8.2.1 Rol van Nidos in de asielprocedure
        • 8.2.2 Rol Nidos na meerderjarigheid(soordeel)
      • 8.3 Leeftijdregistratie
        • 8.3.1 Procedure schouw
        • 8.3.2 Registratie en informatie uit andere EU-lidstaten
        • 8.3.3 Leeftijdsonderzoek
        • 8.3.4 Voordeel van de twijfel
      • 8.4 Juridisch kader van de asielprocedure bij minderjarigheid
        • 8.4.1 Referentiekader kinderen
        • 8.4.2 Belang van het kind
      • 8.5 In gesprek met de minderjarige cliënt
        • 8.5.1 Bespreken uitkomst schouw/leeftijdsonderzoek
        • 8.5.2 Leeftijd gerelateerde uitleg procedure
        • 8.5.3 Bespreken nader gehoor/voornemen
      • 8.6 Minderjarigheid en Dublinprocedure
      • 8.7 Buitenschuldbeleid
        • 8.7.1 Adequate opvang
        • 8.7.2 Belang van het kind
      • 8.8 Doen - Niet doen
    • 9. Medische aspecten in asiel
      • 9.1 Medische klachten in de asielprocedure
        • 9.1.1 Behandeling land van herkomst
        • 9.1.2 Rol Geneeskundige Zorg Asielzoekers (GZA)
        • 9.1.3 Direct melden medische aspecten
      • 9.2 Medisch advies voor horen en beslissen
        • 9.2.1 Doel medisch advies
        • 9.2.2 Advies en onderliggende stukken
        • 9.2.3 Rol medisch advies
        • 9.2.4 Verzoek om een nieuw medisch advies
        • 9.2.5 Contra-expertise
      • 9.3 Forensisch medisch onderzoek
        • 9.3.1 Forensisch medisch onderzoek IND
        • 9.3.2 Start forensisch medisch onderzoek
        • 9.3.3 Afwijzen forensisch medisch onderzoek
        • 9.3.4 Forensisch medisch onderzoek advocaat
        • 9.3.5 Waarde forensisch medisch onderzoek
      • 9.4 Artikel 64 Vw
        • 9.4.1 Ambtshalve toets artikel 64 Vw eerste asielaanvraag
        • 9.4.2 BMA-advies asielprocedure
      • 9.5 Doen - Niet doen
    • 10. Gezinshereniging: nareis en artikel 8 EVRM
      • 10.1 Beleid voor nareis en artikel 8 EVRM in het kort
      • 10.2 Nareisprocedure
        • 10.2.1 Voorwaarden nareis
        • 10.2.2 Bescherming gezinsleven ex artikel 8 EVRM
        • 10.2.3 Belangenafweging
      • 10.3 Ambtshalve toets artikel 8 EVRM in asielzaken
      • 10.4 Aparte reguliere aanvraag artikel 8 EVRM
      • 10.5 De nareisvergunning en rechtsgevolgen
        • 10.5.1 Afwijzen van de nareisvergunning
        • 10.5.2 Rechtsmiddelen
      • 10.6 Doen - Niet doen
    • 11. Mensenhandel en uitbuiting
      • 11.1 Beleid voor mensenhandel en uitbuiting
      • 11.2 Voorwaarden
        • 11.2.1 Voorwaarden algemeen
        • 11.2.2 Voorwaarden cliënten in de Dublinprocedure
      • 11.3 Aanvraag verblijfsvergunning mensenhandel
        • 11.3.1 Asielrelaas cliënt
        • 11.3.2 Verlenen en verlengen van de vergunning
        • 11.3.3 Afwijzen en intrekken van de vergunning
      • 11.4 Rechtsmiddelen
      • 11.5 Doen - Niet doen
    • 12. Buitenschuldvergunning
      • 12.1 Buitenschuldvergunning in het kort
      • 12.2 Voorwaarden
        • 12.2.1 Cliënt kan niet vertrekken
        • 12.2.2 Cliënt kan om medische redenen blijvend niet reizen
        • 12.2.3 Cliënt is minderjarig
      • 12.3 De buitenschuldprocedure
        • 12.3.1 Asielrelaas cliënt
        • 12.3.2 Verlenen van de vergunning
        • 12.3.3 Afwijzen van de vergunning
      • 12.4 Rechtsmiddelen
      • 12.5 Doen - Niet doen
    • 13. Bronnen onderbouwen asielrelaas
      • 13.1 Categorieën bronnen
        • 13.1.1 Identificerende documenten
        • 13.1.2 Asielinhoudelijke bronnen
      • 13.2 Landeninformatie
      • 13.3 Medische documentatie
      • 13.4 Verklaringen van derden
      • 13.5 Contacten met organisaties
      • 13.6 Beleidstukken
      • 13.7 Jurisprudentie
      • 13.8 Gebruik van inhoudelijke bronnen
      • 13.9 Onderzoek KMar en Bureau Documenten
        • 13.9.1 Onderzoek KMar en Bureau Documenten
        • 13.9.2 Gebruik landeninformatie
        • 13.9.3 Rol VWN
        • 13.9.4 Contra-expertise
      • 13.10 Taalanalyse
        • 13.10.1 Taalindicatie
        • 13.10.2 Taalanalyse
      • 13.11 Gebruik van juridische bronnen
      • 13.12 Nieuwsbrieven
      • 13.13 Doen - Niet doen
    • 14. Verkrijgen en behoud van de verblijfsvergunning asiel
      • 14.1 Verkrijgen van een verblijfsvergunning
        • 14.1.1 Verblijfsgrond en status vergunning
        • 14.1.2 Uitleg aan je cliënt
      • 14.2 Afwijzen verlengen of intrekken van de verblijfsvergunning
        • 14.2.1 Vervallen van de verleningsgrond
        • 14.2.2 Verstrekken onjuiste gegevens
        • 14.2.3 Gevaar voor openbare orde
        • 14.2.4 Verplaatsing hoofdverblijf
      • 14.3 Inburgeren en naturalisatie
      • 14.4 Doen - Niet doen
    • 15. Terugkeerbesluit, vreemdelingenbewaring en vertrek
      • 15.1 Terugkeerbesluit
        • 15.1.1 Eisen terugkeerbesluit
        • 15.1.2 Terugkeerbesluit minderjarige
        • 15.1.3 Rechtsmiddelen
      • 15.2 Vertrek
        • 15.2.1 Vertrektermijn
        • 15.2.2 Vertrekproces
        • 15.2.3 Rechtsmiddelen
      • 15.3 Vreemdelingenbewaring
        • 15.3.1 Staandehouding
        • 15.3.2 Ophouding
        • 15.3.3 Bewaringsmaatregel
        • 15.3.4 Beroep en vervolgberoep bewaring
      • 15.4 Doen - Niet doen
    • 16. Moratoria en Richtlijn Tijdelijke Bescherming
      • 16.1 Beleid besluitmoratorium en termijnen
      • 16.2 Beleid vertrekmoratorium en termijnen
      • 16.3 Asielaanvraag op basis van moratoriabeleid
      • 16.4 Rechtsmiddelen
    • 17. Overschrijden termijnen, dwangsom en verjaring
      • 17.1 Beslistermijn en ingebrekestelling
        • 17.1.1 Aanvraag en opvolgende aanvraag
        • 17.1.2 Moratorium
        • 17.1.3 Dublin
        • 17.1.4 Na gegrond beroep
      • 17.2 Dwangsommen
        • 17.2.1 Ingebrekestelling
        • 17.2.2 Beroep niet tijdig beslissen
      • 17.3 Uitbetaling dwangsom
      • 17.4 Verjaring en stuiting
      • 17.5 Doen - Niet doen
    • 18. Tolken en vertaling
      • 18.1 Eisen voor de inzet van een tolk
        • 18.1.1 Wet beëdigde tolken en vertalers
        • 18.1.2 Afnameplicht
        • 18.1.3 Uitwijklijst
        • 18.1.4 Selectie/reservering van de tolk
      • 18.2 Inzet tolk voor het gesprek met de cliënt
        • 18.2.1 Selectie tolk
        • 18.2.2 Aandachtspunten voor het communiceren via een tolk
      • 18.3 Tolkdienst bij de rechtbank
      • 18.4 Vertaling stukken
        • 18.4.1 Aanvragen vertaling
        • 18.4.2 Controle op de vertaling
      • 18.5 Doen - Niet doen
    • 19. Second opinion
      • 19.1 Uitgangspunten second opinion
        • 19.1.1 Definitie
        • 19.1.2 Belang
        • 19.1.3 Afzien van verdere rechtsbijstand
        • 19.1.4 Opstellen verzoek voor second opinion
      • 19.2 Verrichten second opinion
      • 19.3 Doen - Niet doen
    • 20. Opvang COA
      • 20.1 Recht op opvang en voorzieningen
      • 20.2 Rol van COA
      • 20.3 Rechten en plichten
      • 20.4 Varianten opvang
        • 20.4.1 Tijdens asielprocedure
        • 20.4.2 Opvang tijdens opvolgende aanvragen en (hoger) beroep
        • 20.4.3 Tijdens uitzetfase
        • 20.4.4 Na inwilliging aanvraag
      • 20.5 Soorten opvang
        • 20.5.1 Voorafgaand aan de procedure
        • 20.5.2 Tijdens de procedure
        • 20.5.3 Na de procedure: inwilliging van de aanvraag
        • 20.5.4 Na de procedure: afwijzing van de aanvraag
      • 20.6 Medische zorg
      • 20.7 Registratie in BRP en het BSN
    • 21. Klachten
      • 21.1 Een klacht indienen
        • 21.1.1 Gevallen waarin je een klacht indient
        • 21.1.2 Indieningsmoment van een klacht
        • 21.1.3 Personen of instanties tegen wie je een klacht indient
        • 21.1.4 Overzicht klachteninstanties
        • 21.1.5 Formulering van een klacht
        • 21.1.6 Redenen om te klagen
      • 21.2 Klacht tegen een andere advocaat
      • 21.3 Redenen om een klacht in te dienen
      • 21.4 Klachtprocedure bij een bestuursorgaan
      • 21.5 Klachtwaardig gedrag van tolken
      • 21.6 Procesverloop klacht
      • 21.7 Klachtprocedure bij de Nationale ombudsman
        • 21.7.1 Vereisten
        • 21.7.2 Indienen van de klacht
        • 21.7.3 Verloop procedure
      • 21.8 Zelf een klacht krijgen
        • 21.8.1 Afhandeling van een interne of onofficiële klacht
        • 21.8.2 Afhandeling van een officiële klacht
        • 21.8.3 Rechtsmiddelen
      • 21.9 Doen - Niet doen
  • 22. Totaaloverzicht Doen - Niet Doen

Vragen? Suggesties?

Heeft u vragen over de Best Practices Leidraad of heeft u iets toe te voegen? Wij horen graag van u.

Contact
Best Practices Leidraad voor asieladvocaten (naar homepage)
  • Home
  • Over deze leidraad
  • Contact
  • Toegankelijkheid

Zie WI 2023/7 Opvolgende asielaanvragen par. 5.2. Zie bijvoorbeeld ook Raad van State van 28 september 2022  ECLI:NL:RVS:2022:2713 par.  6.1.

Zie Hof van Justitie EU van 9 september 2021 ECLI:EU:C:2021:710 ‘XY in tegenwoordigheid van Bundesamt für Fremdenwesen und Asyl‘

De advocaat zal moeten nagaan welke maximale beslistermijn van toepassing is; zie artikel 42 en artikel 43 Vw en de daarin genoemde mogelijkheden.

Deze commissie wordt ook wel de commissie Plaisier, naar de voormalige scriba van de PKN, genoemd; zie over de werkwijze van deze commissie: https://www.onderwegonline.nl/9310-bekeringsverhalen-beoordelen; het e-mailadres van deze commissie is: [email protected]

Bij geloofskwesties wordt opgemerkt, dat een verklaring van een derde pas meerwaarde heeft als deze feitelijke informatie bevat die zelf is waargenomen. Aan steunbetuigingen of brieven waarin staat dat de schrijver de indruk of overtuiging heeft dat de vreemdeling oprecht is bekeerd, komt nagenoeg geen betekenis toe.

Bij een afwijzende beslissing op de asielaanvraag wordt er, behoudens toekenning van extra uren, door de Raad voor Rechtsbijstand een vergoeding toegekend van slechts 5 uren (zie artikel 5a Bvr en bijlage bij Bvr A66). Bij een verlening van een verblijfsvergunning asiel wordt er een vergoeding toegekend van 11 uur (zie art 5a Bvr en Bijlage bij Bvr A65). Dezerzijds bekend geldt alleen bij opvolgende asielaanvragen in de toevoegwetgeving dat de vergoeding van de advocaat afhankelijk wordt gesteld van de uitkomst van de zaak.

Zie regel 18 lid 3 van de Gedragsregels advocatuur: "Wanneer de cliënt mogelijk in aanmerking komt voor door de overheid gefinancierde rechtshulp en niettemin de keuze maakt daarvan geen gebruik te maken, dient de advocaat dat schriftelijk vast te leggen.”

NB: Bij wijziging van regelgeving of beleid is een nieuwe aanvraag mogelijk geen opvolgende aanvraag, maar een eerste aanvraag. Een bekend voorbeeld van de discussie of er sprake is van gewijzigd beleid speelde bij de kwestie die geleid heeft tot de uitspraak van de Raad van State van 12 mei 2021 ECLI:NL:RVS:2021:977; in dat geval vond de Raad van State dat Werkinstructie 2018/10 geen beleidswijziging was (zie rechtsoverweging 5 t/m 5.12 in deze uitspraak).

Zie Hof van Justitie EU van 14 mei 2020, ECLI:EU:C:2020:367 (“FMS e.a. t. Hongarije; C-924”) i.h.b. het dictum onder 3); zie ook het arrest van het Hof van Justitie EU d.d. 8-2-2024 ECLI:EU:C:2024:122. NB De Afdeling oordeelde op 15 september 2022 (ECLI:NL:RVS:2022:2699) dat de ontvankelijkheidstoets in Nederland moet aansluiten op de bewoording van artikel 30a lid 1 sub d Vw, zodat slechts noodzakelijk is dat de nieuwe elementen en bevindingen ‘relevant kunnen zijn voor de beoordeling van de aanvraag’, hetgeen een lichtere toetst behelst dan het ‘de kans aanzienlijk groter’-criterium.

Zie rechtsoverweging 18 uit uitspraak van de Raad van State van 12 mei 2021 ECLI:NL:RVS:2021:977:  "Als een aanvraag van een vreemdeling eerder is afgewezen, waarbij doorslaggevende betekenis is toegekend aan de motieven voor en het proces van bekering, zonder dat daarbij sprake was van een kenbare motivering in het besluit over de andere twee elementen, kan dit ook in een besluit op een opvolgende aanvraag hersteld worden."

ECLI:CE:ECHR:1998:0219 JUD002589494 EHRM 19 februari 1998, (Bahaddar t. Nederland);

Zie o.m. rechtsoverweging 22 uit de uitspraak van de ABRvS van 22 juni 2022 ECLI:NL:RVS:2022:1664. Deze uitspraak kan ook helpen bij situaties waar de advocaat toerekenbaar in de fout is gegaan, bijvoorbeeld door een termijn te missen. Zie ook over de Bahaddar-exceptie: ABRvS d.d. 5-12-2022 ECLI:NL:RVS:2022:3554

Denk bijvoorbeeld aan de mogelijkheden die de uitspraak van het Europese Hof EU van 10 mei 2017 ECLI:EU:C:2017:354 (‘Chavez-Vilchez’) aan ouders van Nederlandse kinderen biedt.

Zie art 66a Vw.

Zie art 66a lid 3 Vw.

Zie art. 66a lid 5 Vw.

ECLI:NL:RVS:2018:2157, Raad van State 28 juni 2018.

Zie regel 16 lid 1 van de Gedragsregels advocatuur: "De advocaat dient zijn cliënt op de hoogte te brengen van belangrijke informatie, feiten en afspraken. Ter voorkoming van misverstand, onzekerheid of geschil, dient hij belangrijke informatie en afspraken schriftelijk aan zijn cliënt te bevestigen”.